TrosKompas

Freek Vonk

Loodsmannetjes

Loodsmannetjes zwemmen altijd in de buurt van haaien - en andere grote zeedieren - en op een min of meer vaste plek. Waarom doen ze dat?

Normaal gesproken is de oceaan een gevaarlijke plek voor kleinere vissen. Daarom zwemmen ze in grote scholen. Zo heeft elk individu een kleinere kans om te worden opgepeuzeld. Loodsmannetjes, vissen die 30 tot 40 centimeter groot kunnen worden, zijn een uitzondering op deze regel. Je vindt ze altijd in de buurt van grote haaien, zoals de Oceanische witpunthaai, maar toch worden ze met rust gelaten. In de nabijheid van een haai zijn ze goed beschermd tegen andere roofdieren.

Verder morsen haaien veel tijdens het eten, dus er blijft genoeg over. Loodsmannetjes ruimen de kruimels op. En omdat deze uitgekookte dieren meestal half verstopt tegen een haai aan zwemmen, zijn ze minder zichtbaar voor prooivisjes die zich in de buurt van de haai wagen. Die zijn te onbenullig voor een grote haai, maar niet voor de loodsmannetjes.

Luie vissen
Loodsmannetjes zwemmen meestal ter hoogte van de rugvin van hun grote vriend, of vlak achter hem in zijn kielzog, plaatsen waar de waterdruk lager is. Water stroomt direct langs het lijf van een haai sneller naar achteren dan het omringende water en veroorzaakt zo een lagere waterdruk rondom de haai. Dit komt door de speciale haaienhuid. Voor luie vissen is het een ideale plek, want hierdoor hoeven ze zelf niet zo hard te werken. Er zwemmen ook vaak visjes vlak voor zijn neus. Een grote haai duwt tijdens het zwemmen veel water vooruit, wat een drukgolf veroorzaakt. De visjes vlak voor hem zijn dus eigenlijk aan het surfen!

Loodsmannetjes volgen overigens ook andere grote zeedieren, zoals reuzenmanta’s en zeeschildpadden. Ze zwemmen zelfs met schepen mee. Er zijn anekdotes van loods-mannetjes die een tijdlang de vissersboten bleven volgen die ‘hun’ haai hadden gevangen. Het zijn dus niet bepaald loodsen, die loodsmannetjes, maar eerder echte volgers.

TK1730_126_01

Beeld: © Getty Images

BANNER_FREEK