TrosKompas

Freek Vonk

Heremietkreeften

Als ik over het strand van Mauritius loop, zie ik ineens een polonaise. Maar niet zomaar een polonaise! Eentje van prachtige, dieprode heremietkreeften!

Holy moly, ze staan allemaal op een rijtje en houden elkaar vast alsof hun leven ervan afhangt. Ik ben gewoon getuige van een massale verhuizing! Heremietkreeften nemen de uitspraak ‘home is where the heart is’ wel erg serieus. Overal waar ze gaan en staan, slepen ze hun huisje met zich mee. Deze schelp - hun meest kostbare bezit - beschermt hun weke gekrulde achterlijf tegen roofdieren en ander gevaar. Er is alleen een probleem: de huisjes zijn geleend. In tegenstelling tot zee-slakken, zijn de huisjes van heremietkreeften niet aangeboren. Ze gebruiken daar gewoon oude, verlaten schelpen van andere zeebewoners voor. Slim! Maar wat als je na een tijdje letterlijk uit de voegen van je woning groeit? Tja, dan zit er nog maar één ding op: verhuizen!

Wie de schelp past…

Net als bij ons is dat natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan. Want als er een nieuwe schelp op het strand aanspoelt, wie krijgt die dan? Nou, daar hebben heremietkreeften een vrij eerlijk systeem voor. Het allerbelangrijkste is namelijk dat de schelp goed past. Deze mag niet te klein zijn, maar ook zeker niet te groot. En dat snap ik wel, want niemand loopt graag in de verkeerde maat schoenen rond. Als er dus een kersverse schelp aanspoelt, maken deze strandgasten er een net rijtje achter van groot naar klein. Met hun pootjes houden ze het huisje van de voorganger vast, alsof ze alvast willen zeggen: die is straks van mij. Als hun assepoester aankomt, een heremietkreeft die precies in de nieuwe schelp past, kan de grote stoelendans beginnen. Ze schuiven allemaal een maatje, oftewel een schelpje, op. Nu maar hopen dat de vorige bewoner zijn woning goed onderhouden heeft!

 

Beeld © Getty Images