TrosKompas

Freek Vonk

Grote langoorbuideldas

Om sommige dieren te spotten, moet je er ’s nachts op uit gaan. Dus loop ik met mijn zaklamp door de Outback in Australië. Daar zie ik iets bijzonders: een grote langoorbuideldas!

Met hun lange spitse snuit, kangoeroe-achtige poten en gigantische oren staan grote langoorbuideldassen zeker in de top 10 van meest bizarre dieren die ik ooit heb gezien. Het diertje voor mij spitst zijn oren en voor ik het weet zie ik nog net het puntje van haar zwart-witte staart in een holletje onder de grond verdwijnen. Ze heeft me natuurlijk al van heinde en verre horen aankomen. Dat kan niet anders met zulke grote flappers op je kop. Dus is het buideldiertje, dat niet veel groter is dan een konijn, snel gevlucht in haar diepe spiraal­vormige hol. Daar slapen grote langoorbuideldassen overdag, goed verstopt voor roofdieren en de brandende zon. Na een tijdje zie ik weer een klein neusje glinsteren in het maanlicht. Kort daarna komt het kleine buideldiertje weer tevoorschijn. Ik kijk toe hoe de grote langoorbuideldas voorbij hopt en in het zand wroet. Ze is op zoek naar eten. Haar favoriete maaltje? Insecten. Maar vergis je niet, een lekker muisje gaat er ook wel in. Dit zijn echte alleseters. Opvallend: daardoor hoeven ze niets te drinken. Al het vocht dat ze binnenkrijgen, halen ze uit hun eten. Dat is maar goed ook, want in het binnenland van Australië is het in de zomer gortdroog en bloedheet.

Ondersteboven?

Van alle zoogdieren ter wereld hebben grote langoorbuideldassen de allerkortste zwangerschap. Die duurt namelijk maar een week of twee. Daarna verstopt mama haar kleintjes, vaak een tweeling, veilig in haar buidel. Die wijst trouwens niet naar boven, zoals bij kangoeroes, maar naar beneden. Onhandig? Nee, het is juist ontzettend slim. Zo zorgen deze langoren dat ze hun eigen buidel tijdens het graven niet vullen met zand. Knap staaltje evolutie, toch?

 

Beeld © Getty Images