TrosKompas

Freek Vonk

Voshaaien

Soms zit het venijn in de staart en bij voshaaien is dat zeker het geval, zag ik in de Malediven. Hun extreem lange staartvin is net een zweep.

 

Voshaaien hebben hun staart tot wapen verheven. Ze zetten tijdens een aanval hun hele lijf in als een soort katapult. Ze stormen met grote snelheid op een school haringen of sardines af, draaien dan hun borstvinnen zo, dat ze met piepende banden remmen, duiken met hun kop omlaag en slingeren die ellenlange bovenste staartlob over hun rug heen naar voren. Het resultaat van de klap is niet mals, of juist wel: gebroken ruggengraten, ontplofte zwemblazen en zwevende stukjes vis. Voshaaien schieten rond om het resultaat van hun aanval op te eten, voordat het zinkt of wordt gejat.

Wondernet

Voshaaien zijn min of meer ‘warmbloedige’ vissen. Ze kunnen een hogere lichaamstemperatuur aanhouden door een wisselstroomsysteem in hun lijf, het zogenaamde ‘rete mirabile’ of ‘wondernet’. Op verschillende plekken in hun lichaam lopen vervlochten netwerken van bloedvaten met warm én koel bloed. De bloedvaten die koel, zuurstofrijk bloed vanaf de kieuwen de weefsels in voeren, liggen vlak naast en om de bloedvaten met daarin warm bloed, dat in tegenovergestelde richting stroomt en warmte vanuit de hard werkende spieren en weefsels meeneemt richting de kieuwen. Die warmte gaat nu niet verloren in zee, maar wordt voor een groot deel afgegeven via het wondernet en blijft zo in het lichaam van de vis. Voshaaien houden hun lichaamstemperatuur hierdoor een stuk hoger dan het zeewater. Een verschil van tien graden warmer maakt de werking van hun spieren al drie keer zo effectief! Zo zijn ze in staat om heel actief te jagen, zelfs in kouder water. Dat betekent wel dat voshaaien een hogere verbrandingsmotor hebben en misschien wel tien keer zoveel moeten eten als andere haaien van dezelfde grootte. Alles komt met een prijs!