TrosKompas

Freek Vonk

Guianadolfijn

Aan de Braziliaanse kust is het niet ongewoon om dolfijnen te spotten en die zijn allemaal even spectaculair om te zien. Beter nog: er zou zomaar een groepje rivierdolfijnen tussen kunnen zitten!

Guianadolfijnen zijn van die bijzondere rivierdolfijnen. Ze komen voor in het brakke water van riviermondingen in Centraal- en Zuid- Amerika. Het zoete water van de Amazone reikt tot honderden kilometers de oceaan in en wordt vermengd met zeewater. Guianadolfijnen leven langs deze gradiënt van zoet naar zouter water. Het zijn sociale dieren, die hun leven lang doorbrengen in een kleine familiegroep. Ze zijn goed te ontdekken omdat het nogal uitslovers zijn: ze springen uit zee, surfen op de golven, doen aan ‘spy-hopping’ en klappen hun staart op de waterspiegel. Ze jagen op wel zestig soorten vissen, die allemaal wat gemeen hebben: ze maken geluid met hun zwemblaas om met elkaar te communiceren. De sonar van Guiana-dolfijnen is helemaal ingesteld op die geluiden!

Spannende snorharen

Deze dolfijnen kennen het geheim van elektriciteit. Het zintuig waarmee ze schokjes waarnemen zit op hun snuit, op de plek waar bij de meeste andere zoogdieren snorharen zouden zitten. Bij deze dolfijnen zijn donkere putjes overgebleven (hun voorouders hadden nog wel snorharen). Dit zijn zogenaamde elektro-receptoren. De kuiltjes zijn gevuld met een gel. De gel geleidt de elektrische pulsen, de prikkels, die vanuit hun directe omgeving tegen hun snuit aan komen. Hun elektro-receptoren zijn zo gevoelig als die van vogelbekdieren. Ze nemen al zwakke pulsen waar. En ieder dier dat beweegt, zelfs al beweegt het niet, zendt elektrische pulsen uit. Denk maar aan de hartspier, die werkt altijd, ook als je stilzit. Prooien hebben gewoon geen kans! Wetenschappers denken dat Guianadolfijnen hun echolocatie vooral gebruiken op de lange afstand en overgaan op de verfijnde elektroreceptie wanneer ze al dichterbij een prooi zijn. Hoe bijzonder is dat!