TrosKompas

Freek Vonk

Libel

Ik ben in Sri Lanka en zoek naar dieren langs een beek. Een grote libel met gele en bruine vleugels vliegt op. Zijn Engelse naam betekent ‘bonte fladderaar’!

Je zou deze insecten gemakkelijk voor fladderende vlinders kunnen aanzien, zeker als ze zwermen vormen op plekken waar veel prooidieren rondvliegen. Libellen zijn namelijk echte jagers. Ze vangen andere insecten zo uit de lucht of plukken ze razendsnel van een blad. Zodra ze zijn opgewarmd door de zon vliegen de bonte fladderaars urenlang rond en vangen en eten ze hun voedsel in de lucht. Of ze kiezen een uitkijkpost in het open veld, van waaruit ze goed kunnen jagen. Elke keer als ze een prooi hebben gepakt, keren ze weer terug naar hun post. Als je ze zo even volgt, merk je dat libellen eigenlijk helemaal niet lopen. Ze landen ergens, blijven zitten, en vliegen weer op. Hun zes poten zijn dan ook niet gemaakt om mee te wandelen, maar om mee te grijpen! Ze wijzen vooruit en zijn bezaaid met stekels. Als libellen dicht bij een vlieg of andere prooi zijn, gooien ze hun poten er razendsnel omheen en vormen een stekelig vangnet. Dan brengen ze hun poten naar hun monddelen en kauwen ze de nog levende prooi in stukken.

Slow-motion

Libellen leven een ontzettend snel leventje. Vanuit ons oogpunt zien zij de wereld in slow- motion. Onze ogen nemen ongeveer zestig beelden per seconde waar en geven die informatie door aan onze hersenen. Die maken er daarna een vloeiende film van. De enorme ogen van libellen bestaan uit duizenden facetten, een soort simpele ogen met ieder een eigen lens. Die nemen wel tweehonderd beelden per seconde op. Meer beelden per seconde betekent meer details. Dus waar wij niets zien, hebben zij dat ene vliegje van rechts gespot. Tegen de tijd dat wij zouden doorhebben dat er iets gebeurt, zit een libel al lekker te smikkelen. Wat een bazen!

 

Beeld © GettyImages