TrosKompas

Freek Vonk

Kolenbranderschildpad

Kolenbranderschildpadden hebben oranjegele tot vuurrode vlekken op hun poten. Het is net of ze over hete kolen lopen en zo komen ze natuurlijk aan hun naam. De grootste mannetjes dragen een schild van makkelijk een halve meter lang. Als de regentijd is aangebroken, worden de volwassen mannetjes alert en actiever. Ze beginnen te kwaken om vrouwtjes te lokken; een geluid dat nog het meest aan een eend of een kip doet denken. Als twee rivalen elkaar tegenkomen, gedragen ze zich macho. Ze knikken met hun kop, voordat ze met elkaar beginnen te worstelen. Wie het eerst op zijn rug ligt, heeft verloren. Maar als de mannetjes denken dat de soortgenoot tegenover hen een vrouwtje is, gaan ze over tot versieren. Ze staan bijna neus aan neus met haar en trekken hun kop steeds naar één kant en terug, alsof ze op een ritme nee schudden. Niet alleen dat ritme luistert nauw, ook de kleuren van hun kop bepalen waarschijnlijk of ze uiteindelijk mogen paren of niet. De machomannen zijn allesbehalve monogaam en beproeven bij zo veel mogelijk vrouwtjes hun geluk.

Zaaien

Kolenbranderschildpadden zijn planteneters, die in het regenseizoen fruit en zaden eten en in het droge seizoen bloemen. In de gebieden waar zij leven, hoeven ze daar geen grote afstanden voor af te leggen; er is altijd wel wat te eten. Bovendien nemen ze ook genoegen met bladeren - zowel dode als verse - en eten ze wormen, paddenstoelen en aas. Soms happen ze zand, mogelijk is dat om hun spijsvertering te helpen. Fruitetende kolenbranderschildpadden zijn belangrijke verspreiders van zaden, o.a. van bromelia’s en vijgen. De zaden komen ongeschonden uit hun maagdarmstelsel en vallen meteen in verse mest. Beter kan niet!

 

Beeld © Getty Images