Australische krokodillen
Iedereen kent ze wel: salty’s, die bakbeesten van krokodillen die in Australië leven. In dat land vind je ook de freshies, oftewel Australische krokodillen, hun zoete tegenhangers!
Naast een bek vol scherpe tanden, waarmee ze gladde vissen vastgrijpen, hebben Australische krokodillen zoutklieren op hun tong. Dit waren ooit speekselklieren, die in de loop van de evolutie van krokodil-achtigen zijn omgevormd tot zoutafvoerklieren. Deze klieren scheiden een teveel aan de zouten natrium en kalium uit die met het water meekomen (als ze een prooi doorslikken) zodat de vochtbalans in het lichaam niet verstoord raakt. Dat is essentieel voor krokodillen die in erg zout water leven, maar toch hebben soorten van overwegend zoet water, zoals de Australische krokodil, ze ook. En dat is geen overblijfsel uit het verleden, maar een functioneel onderdeel van hun lichaam. Australische krokodillen zwemmen namelijk ook in brak water, met een zoutgehalte tot 24 promille. Bovendien kunnen de klieren ook in perioden van droogte van pas komen, wanneer de reptielen gedwongen op land verblijven en ze veel vocht verdampen.
Krok-urrentie
Australische krokodillen komen in de meeste in het binnenland gelegen rivieren, kreken, moerassen en billabongs voor. Ze mijden de meeste stukken rivier die dicht langs de kustlijnen lopen. Dat is namelijk het domein van zoutwaterkrokodillen. En waar hun zoute neven leven, komen zij liever niet. Dat was goed te zien toen het in het verleden slecht ging met het aantal zoutwaterkrokodillen. Die werden veel bejaagd om hun relatief zachte huid. Australische krokodillen namen hun leefgebied in. Toen het aantal zoutwaterkrokodillen door beschermingsmaatregelen weer begon te stijgen, trokken Australische krokodillen zich terug in hun oorspronkelijke leefgebieden. Tussen de twee soorten bestaat dan ook, zoals dat mooi heet, ‘competitieve uitsluiting’. Ze mijden elkaar liever en leven volgens het motto: ‘Blijf uit mijn vaarwater!’
Beeld © Getty Images