TrosKompas

Freek Vonk

Tomaatkikker

Kikkers zijn de enige amfibieën die voorkomen in Madagaskar. Je zult daar geen padden of salamanders vinden. En er leeft er een met een wel heel komische naam: de tomaatkikker.

 

Tomaatkikkers leven in de regenwouden in het noordoosten van het eiland. In hun leefgebied moet genoeg vochtige grond zijn. Zo kunnen ze zich overdag makkelijk ingraven en zich schuilhouden zonder uit te drogen. Als de nacht valt, is het tijd om te jagen. Tomaatkikkers vangen alles wat in hun bek past. Stilletjes liggen ze in een hinderlaag en wachten ze op wormen, insecten en insectenlarven. Ze schieten eropaf en grijpen de prooien met hun brede bek. Kikkers drukken hun oogbollen hun kop in om een hap in één keer hun slokdarm in te duwen. Dat is hun manier van slikken! Als het flink heeft geregend, hebben tomaatkikkers wel andere dingen aan het hoofd. Dan willen ze zich voortplanten. Na de regenbuien trekken de mannetjes naar moerassen en ondergelopen stukken land en roepen ze in koor om de vrouwtjes te lokken. Na drie dagen komen er kikkervisjes uit de kikkerdril. Die hebben grote kans om te overleven en tot volwassen kikker uit te groeien, omdat er door de regenval genoeg water is om zich in te ontwikkelen.

 

Waarschuwingskleuren
Vooral de tomaatkikker-vrouwtjes worden tomaatrood, de mannetjes zijn geeloranje. Dit zijn typische waarschuwingskleuren in de dierenwereld. Zo laten tomaatkikkers hun natuurlijke vijanden weten: “Val mij niet lastig, ik ben oneetbaar!” Wanneer een roofdier die duidelijke signalen negeert en zo’n kikker toch oppakt, scheidt deze een waxachtig wit goedje uit dat irriterend is voor de slijmvliezen. Als dit in de neus of in de ogen van de belager komt, laat deze de kikker van schrik vallen. Dat biedt hopelijk net genoeg tijd om weg te springen en een verstopplek te zoeken. Zo’n hardleers roofdier zal zich deze ontmoeting nog lang herinneren!