TrosKompas

Freek Vonk

Wormhagedis

Ik ben in Gabon en wandel in de vroege avond door de jungle. Dan zie ik naast het bospad een klein bleekroze diertje bewegen. Wat een mazzel: het is een wormhagedis!

Wormhagedissen zijn dan wel klein, maar ze hebben toch echt een ruggengraat en schubben. Het zijn reptielen zonder poten, dus geen wormen, geen slangen en geen hagedissen. Het zijn zulke vreemde snuiters, dat biologen ze al lange tijd apart van hagedissen en slangen plaatsen in de evolutionaire stamboom.

Het aparte uiterlijk van wormhagedissen is een aanpassing aan hun ondergrondse levensstijl, diep in het zand en de aarde. Daar jagen ze op termieten, larven en andere kleine insecten, maar ook wel op kleine gewervelde prooien. Die vinden ze met hun goede neus en door hun gevoeligheid voor kleine trillingen die bewegende dieren maken. Ze overmeesteren prooien met hun bek vol kleine vlijmscherpe tandjes.

Afneembare staart
Wormhagedissen komen zelden lang boven de grond en daarom is er niet veel over hun biologie bekend. Hun Latijnse naam betekent vrij vertaald ‘bewegend aan twee kanten’. Hun kop- en staartzijde lijken dan ook sprekend op elkaar. Wat is nu wat?

Wormhagedissen gebruiken dit gezichtsbedrog om belagers te misleiden. Ze bewegen hun staart bij een aanval flink heen en weer. Het lijkt net echt! Liever een hap van hun staart, dan hun kop. Als het trucje niet helpt, bijten ze. En als ze geluk hebben, laat een pestkop los en graven ze zich snel in. In het ergste geval werpt een wormhagedis zijn staart af en laat ze die achter voor het roofdier. Dit trucje kan slechts één keer opgevoerd worden, want de staart groeit nooit meer aan.

Wormhagedissen zijn gespierd en verzetten in hun leventje bergen aarde, ongezien en grotendeels onbekend. Wat gaaf dat deze jongen even zijn kop - of was het z’n staart? - liet zien!