TrosKompas

Freek Vonk

Rotskangoeroe

Australië is het land van de kangoeroes en wallaby’s. Er zijn meer soorten dan u wellicht denkt. Op Magnetic Island kom ik een paar rots- kangoeroes tegen.

Rotskangoeroes vormen paartjes voor het leven. Ze trekken er met z’n tweetjes op uit om eten te zoeken. Ze eten plantaardig voedsel, vooral verschillende soorten gras en gevallen bladeren van struiken en bomen. Hun vachtkleur past bij de kleuren van het rotsachtige gebied waarin ze leven. Ze springen er dus niet echt uit, maar dat is juist de bedoeling. Het is hun camouflage. Als ze stilzitten lijken ze wel van steen! Rotskangoeroes zijn ook in gedrag volledig één met hun leefomgeving. Met het grootste gemak springen ze meters ver van hoge rotsen naar steile kliffen - zonder handen. Voor de meeste roofdieren zijn ze veel te snel en moeilijk bereikbaar. Volwassen rotskangoeroes hebben daarom niet veel vijanden. De kleintjes daarentegen, de ‘joey’s’, zijn nog groen en onhandig. Die kunnen tussen de kaken van verwilderde huiskatten, rode vossen of dingo’s terechtkomen. Als de moeder een joey verliest, begint een in de wacht gezet embryo in haar baarmoeder zich meteen verder te ontwikkelen. Dat is nog eens efficiënte geboorteplanning.

Springend besparen

Energiebesparing is alles voor kangoeroes, want vaak moeten ze in droge, hete gebieden zien te overleven. Besparen doen ze onder andere door te springen. Springen kost ze veel minder energie dan enige andere manier van voortbeweging. Hun gespierde poten werken als een soort pogostok. Elke keer als de achterpoten de grond raken, slaan ze energie op in grote pezen. Die opgeslagen energie gebruiken ze voor de volgende sprong. Al kan het hier warm zijn, toch maken rotskangoeroes ook weleens koude momenten mee. In de vroege morgen en in de namiddag houden ze wel van een potje zonnen. Ze zoeken daarom altijd schuilplaatsen uit met het beste uitzicht op de zon. Dat is hier, Down Under, een tuintje op het noorden in plaats van op het zuiden!

 

Beeld © Getty Images