TrosKompas

Tijdmachine | GT Rovers

De oliecrisis van 1973

Het is dit jaar precies vijftig jaar geleden dat Nederland in een oliecrisis raakte. Dit was een direct gevolg van de Jom Kipoer-oorlog, die van 6 tot 25 oktober 1973 duurde en aan duizenden mensen het leven kostte.

Jom Kip(p)oer of Grote Verzoendag wordt gezien als een van de belangrijkste feestdagen in het jodendom. Precies op die dag zetten Syrië en Egypte een gezamenlijke aanval in op Israël, omdat ze wisten dat veel soldaten die dag thuis waren. De oorlog ging gepaard met een opzettelijk gecreëerd wereldwijd tekort aan aardolie, gericht tegen het Westen, dat vrijwel unaniem pro-Israël was. Arabische olieproducerende landen verhoogden de olieprijs met 70 procent en tegen een aantal landen die Israël actief (o.a. met geheime wapenleveranties) hadden gesteund, waaronder Nederland, werd zelfs een volledige olieboycot ingevoerd.

Autoloze zondag

Als gevolg van de oliecrisis voerde het kabinet-Den Uyl onder meer de autoloze zondag in. De bevolking moest vanaf 4 november 1973 tot en met 6 januari 1974 de auto, motor én brommer op tien zondagen laten staan. Dat betekende lege snelwegen, waarop alleen bussen en enkele auto’s met een speciale ontheffing reden. Op de doorgaande wegen werd gefietst, soms ook op snelwegen. Het openbaar vervoer deed goede zaken, net als taxi’s die passagiers zelfs op een wachtlijst moesten zetten. Premier Joop den Uyl sprak de bevolking op televisie somber toe: “We zullen ons blijvend moeten instellen op een levensgedrag met een zuiniger gebruik van grondstoffen en energie.” Hoewel men de gevolgen van de oliecrisis vervelend vond, werd er ook om gelachen. Vader Abraham bracht in 1973 de single ‘Autoloze zondag’ uit en scoorde datzelfde jaar een nummer 1-hit met ‘Den Uyl is in den olie’, waarin politicus Hendrik ‘Boer’ Koekoek meezong met het refrein. Nadat de maatregelen weer waren opgeheven, stapte men op zondag gewoon weer massaal in de auto. Het fietsen en rolschaatsen op de weg werd voor velen een bijzondere herinnering.