TrosKompas

Freek Vonk

Bladstaartgekko

Gekko’s zijn de grappigste hagedisjes die ik ken en binnen die grote groep zien vooral de bladstaartgekko’s er spectaculair uit. In Madagaskar wemelt het ervan - al is het niet makkelijk er een te vinden!

Bladstaartgekko’s zijn veelal meesterlijk gecamoufleerd. Met hun schutkleuren vallen ze volledig weg tegen de ondergrond. De grotere soorten imiteren vaak schors van een boomstam, terwijl de kleinere soorten gaan voor een kopie van een dood blad. Maar daar houden hun camouflagekunsten nog niet op. Zelfs hun vorm is er perfect op ingesteld. Hun staart is plat als een blad, maar ook hun lijf zelf is afgeplat om zo min mogelijk schaduw te maken. Hun omtrek is nog verder vermomd met allerlei extra randjes en franje. Zelfs hun ogen zijn niet meteen als typische ogen te herkennen. Dat moet ook wel, want ze kunnen hun ogen niet dichtknijpen. Net als veel andere soorten gekko’s hebben bladstaartgekko’s geen oogleden! In plaats daarvan worden hun fraaie kijkers beschermd door een doorzichtige schub. En als een schoonmaakbeurt nodig is, geven ze hun ogen een lebber met hun tong.

 

Veel vel

’s Nachts worden bladstaartgekko’s actief. Beschermd door het duister gaan ze op jacht. Ze lopen snel over de takken en maken grote sprongen, van tak naar tak. Als ze een insect in het vizier krijgen, dan gaan ze in standje leeuw en beginnen ze deze te stalken. Met hun fantastische ogen houden ze hun prooien strak in de gaten. En dan slokken ze die in een keer op! Iets anders wat gekko’s regelmatig opeten is…hun eigen huid. Hun oude velletje dan. Om te groeien, moeten ze om de zoveel tijd vervellen. Maar wat moet je met die ouwe jas? Het is zonde om die te laten liggen, want er zitten nog veel voedingsstoffen in. Dus eten ze ‘m gewoon op. Dat is pas wat je noemt recyclen!

 

Foto © GettyImages