TrosKompas

Freek Vonk

De condor

In Californië in het westen van de Verenigde Staten zie ik een grote schaduw over een vallei scheren. Ik kijk omhoog en zie een condor hoog in de lucht, machtig!

De Californische condor is de grootste vogelsoort van Noord-Amerika. Met een vleugelspanwijdte van drie meter en een gewicht van ruim tien kilo zijn deze gieren gerust indrukwekkend te noemen! Met al die massa hebben ze wat kunst- en vliegwerk nodig om het luchtruim te kiezen. Ze maken hun nesten en rustplekken in hoge bomen en op kliffen, zodat ze de diepte in kunnen springen en met een paar vleugelslagen hoger vliegen. Zo komen ze met gemak vijf kilometer hoog en halen ze snelheden tot zeventig kilometer per uur. Ze cirkelen urenlang en vliegen een paar honderd kilometer op zoek naar een karkas van een koe, hert of een gestrande walvis. Zweven is eigenlijk een beter woord, want condors surfen midden op de dag op de wind en de warme, opstijgende lucht. Van de tijd die ze in de lucht zijn slaan ze maar een paar keer met hun vleugels, en dat is meestal bij het opstijgen en landen.

Uitvliegen
Californische condors broeden in hoge bomen en op afgelegen, onbereikbare kliffen hoog in de bergen. De kale huid op hun kop en nek wordt in het paarseizoen helder oranje en roze. De mannen verleiden een dame door hun grote vleugels deels uit te vouwen. Ze houden hun kop naar beneden en strekken hun nek naar voren. Dan wiegen ze heen en weer en draaien zo langzaam een rondje om hun as. Een paartje Californische condors legt één lichtblauw ei, dat ze om beurten uitbroeden. Ze hebben veel zorg aan het kuiken, dat pas na een halfjaar uitvliegt. Daarna blijft het jonkie nog zo’n anderhalf jaar in de buurt en leert van zijn ouders waar en hoe hij voedsel moet zoeken.

 

Foto © GettyImages