TrosKompas

Freek Vonk

Zeeprik

Wauw, dit beest lijkt regelrecht uit een horrorfilm te komen! Toch is dit gewoon een bestaand dier: een zeeprik!

Zeeprikken zwemmen rond in de Atlantische Oceaan en in West-Europese rivieren, ook in Nederland. Al zijn ze hier lang niet meer zo algemeen als ze ooit waren, zo af en toe wordt er nog steeds een gevangen of gezien in het IJsselmeer. Het zijn eigenlijk ook geen echte vissen, maar ‘visachtige’ gewervelde dieren. Prikken hebben bijvoorbeeld geen ruggengraat van bot of been. Alle stevigheid in hun lijf is van kraakbeen. Prikken lijken in eerste opzicht misschien op een dikke paling, maar evolutionair gezien zijn wij mensen nog dichter verwant aan paling dan paling aan prik. Er zit een paar honderd miljoen jaar evolutie tussen. Ze zijn oeroud en sinds hun ontstaan, meer dan 360 miljoen jaar geleden - ver vóór de opkomst van de dinosauriërs - nauwelijks veranderd. Ze worden daarom wel als ‘levende fossielen’ gezien.

Parasiet
Zeeprikken beginnen hun leven als larfje van vijftien centimeter, maar kunnen lengtes van ruim een meter bereiken. De ronde bek is omgeven door een zuignap en aan de binnenkant zitten cirkels tanden. Zelfs op de tong, in het midden, zitten vlijmscherpe tanden! Zeeprikken parasiteren op andere vissen (kabeljauw, zalm, makreel, haaien) en zeezoogdieren (walvissen). Als ze hun prooi hebben gesignaleerd, zoeken ze een plekje waar ze gemakkelijk bij de bloedbaan kunnen komen. Met die zuignapmond zuigen ze zich vast en met de vele tanden verankeren ze zich. En dan schiet de tong met tanden naar voren en boort zo door een laag schubben, huid en weefsel van de gastheer. Het wondvocht en bloed blijven stromen, door een speciaal enzym dat ze uitscheiden, net zoals bloedzuigers doen. En dat is een dikke ‘eet smakelijk’ voor de zeeprik! Hij maakt zijn gastheer in de regel niet dood, maar laat wel vreselijke ronde wonden en littekens achter. Beeld: © Getty images