TrosKompas

Freek Vonk

Indische brulkikkers

Ik ben in Nepal in juni en het regenseizoen of de moesson is begonnen. In een vijver hoor ik een hoop gekwaak: Indische brulkikkers!

Wat hebben deze kikkers een prachtige kleuren! Althans de mannetjes: hun lijf is citroengeel en als ze de wangzakken aan beide zijden van hun gezicht opblazen zie je kobaltblauw. Ongelooflijk mooi! Er zitten er tientallen in deze poel, net allemaal gele citroenen in het water. In deze streken zijn Indische brulkikkers het grootst, maar liefst zeventien centimeter. Bij het aanbreken van de regens komen ze uit de aarde gekropen, waarin ze de droogte hebben uitgezeten. Hier hebben ze op gewacht! Met die mooie kleuren en hun kwaakconcert hopen de mannetjes natuurlijk te scoren bij de vrouwtjes. Die vrouwtjes laten zich bijna niet zien; ze loeren naar de uitslovers met enkel hun ogen en snuit boven de waterspiegel. Het kan er echt hard aan toe gaan; de mannetjes gaan elkaar te lijf om paarrechten. Het lijken wel echte sumoworstelaars. Zelfs als een stelletje al aan elkaar vastzit -in zogenaamde amplexus - springen jaloerse rivalen daar gewoon bovenop! Ze duwen en trekken totdat ze zelf succes hebben.

Schrokop

Als een paring succesvol was en een mannetje de eitjes uitwendig heeft weten te bevruchten, zinken die al snel naar de bodem van de poel. Na een paar dagen komen er kikkervisjes uit, die flink hongerig zijn. Ze eten van alles, ook elkaar. Ze hebben een krachtige snavelbek met gezaagde randen en een langere tand in het midden. En ze besluipen hun prooien als een leeuw! Als ze na een paar maanden volwassen zijn, is hun eetlust er niet minder op geworden. Het zijn schrokoppen, die jagen op alles wat beweegt en in hun bek past; insecten, maar ook muizen. Geen wonder dat het graag geziene gasten zijn in de rijstvelden, zeker voor mij!

Beeld © GettyImages