TrosKompas

De dierenarts

(Ras)kittens opvoeden

Een kat heeft geen baas, een kat heeft personeel. Het is een gevleugelde uitspraak met een grote kern van waarheid. Het eigenzinnige dier gaat zijn eigen gang, maar ook een kat valt prima op te voeden.

Kiest u voor een kitten, dan staat u een opvoedkundige taak te wachten. Een jong dier heeft een socialisatieperiode nodig van zo’n vijftien weken. Wat het in deze periode leert, vergeet het nooit meer. De eerste tijd voedt de moederpoes de kitten op, daarna bent u aan de beurt. Rasloze kittens mogen na zeven weken bij de moeder weg, maar fokkers mogen ze pas na dertien weken aan de nieuwe eigenaar meegeven, waardoor je als nieuwe baas slechts twee weken hebt om je kat te leren wat jij belangrijk vindt.

Raskatten
Als u een raskitten wilt, moet u zich er goed in verdiepen, want er zijn wel veertig soorten katten. Koop bij voorkeur bij een fokker die is aangesloten bij de NRKV, Nederlandse Raskatten Vereniging. U kunt ook een van hun kattenshows bezoeken en zo in contact komen met fokkers. De dieren worden gefokt op uiterlijke kenmerken, maar hebben vaak ook een verschillend karakter. Zo is de Siamees sociaal en nieuwsgierig, maar de poes kan ook erg druk zijn en schreeuwend miauwen. Een Noorse boskat is juist heel rustig. Zoek een kat uit die bij uw levensstijl past. Informeer ook naar erfelijke ziekten, die ontstaan door inteelt.

Laten wennen
Als u de kat hebt opgehaald begint het opvoeden en laten wennen. Aai de kitten, pak hem op, zet hem op schoot. Laat hem wennen aan kinderen, aan andere huisdieren en aan ‘gekke’ geluiden, zoals de stofzuiger. Krabt de kat aan de meubels? Corrigeer niet met de plantenspuit, maar biedt een alternatief, bijvoorbeeld een krabpaal.

TK1742_24_01

© Getty images