TrosKompas

klein_f7189b33-7d6a-4574-af98-ef49685e5ddd.jpg

Talk to me (2023)

Geesten oproepen is nooit een goed idee, zeker niet in horrorfilms. Daar komt een groep jongeren op pijnlijke wijze achter in het solide ‘Talk to me’. Geesten oproepen is nooit een goed idee, zeker niet in horrorfilms. Daar komt een groep jongeren op pijnlijke wijze achter in het solide ‘Talk to me’.Enkele verveelde Australische jongeren hebben een nieuw tijdverdrijf gevonden: een gebalsemde hand waarmee je contact met de doden kunt maken. Als je deze hand kort vasthoudt, krijg je verbinding met het geestenrijk. Maar als je per ongeluk de strikte tijdslimiet van negentig seconden overschrijdt, komt er iets kwaadaardigs mee uit die andere wereld. De seance-scènes zijn goed en spannend opgebouwd. Je voelt de lacherige zenuwen bij de jongens en meiden in de kamer. Ze dagen elkaar uit, met mobieltjes in de aanslag. Degene die contact maakt via de hand, krijgt inktzwarte ogen. Het gezicht vertrekt in een grimas en het lichaam maakt stuiptrekkingen. Als het misgaat bij de jonge Riley (Joe Bird), levert dat een zeer effectief schrikmoment op. De geest in Riley laat hem dingen doen die pijnlijk zijn om naar te kijken. De jonge (voor ons onbe­kende) cast van deze kleine Australische horrorfilm speelt heel naturel. Hoofdpersonage Mia (Sophie Wilde) is geen onfeilbare heldin. Ze is dwars, stuurs en neemt soms domme, ondoordachte beslissingen. Precies zoals jongeren kunnen doen. Zodra ‘Talk to me’ zich van de echte wereld naar de geestenwereld verplaatst, wordt de film echter minder pakkend. Bepaalde ‘regels’ over hoe het werkt in het hiernamaals, die in het begin van de film werden vast­gesteld, worden gebroken. Daardoor voel je je als kijker wat bekocht. Je moet wel houvast hebben, zelfs in zoiets vaags als de geestenwereld. Toch is ‘Talk to me’ grotendeels een effectieve horrorfilm. Met een vervloekte, gebalsemde hand als coole nieuwe horrorgadget.