TrosKompas

hl3qeb4lcqxt_hero.jpg

The French dispatch (2021)

De nieuwste film van Wes Anderson (‘The Grand Budapest Hotel’, ‘Moonrise kingdom’) is een rommelig geheel over een tijdschrift. Maar zelfs een mindere Anderson is filmisch een meesterwerk met prachtige beelden en bizarre gebeurtenissen.

Wes Anderson is een bijzondere regisseur. Het lijkt soms alsof hij zijn acteurs gebruikt als marionetten in een uitvergroot poppenhuis. Maar dan wel een poppenhuis dat er zeer fraai uitziet. In dit geval bestaat het speelgoed van Anderson uit de extravagante medewerkers van het fictieve tijdschrift The French Dispatch en enkele aanverwante personen. De structuur is nogal warrig. Het begint filmisch prachtig met een ober die trapje op, trapje af door het redactiehuis van het blad loopt. Daarna krijgen we losse flarden over het tijdschrift en drie grotere over een schilder (Benicio del Toro) die in een inrichting zit, een student die een opstand uitvecht via een potje schaak en een culinair recensent die bij een kidnapping verzeild raakt.

Te veel ideeën
Met name dat eerste stuk over de schilder is goed en weet regelmatig een glimlach op de lippen te toveren door de bizarre gebeurtenissen en de kritiek op de kunstwereld. Verder lijkt het alsof regisseur Anderson simpelweg te veel ideeën had om in één film kwijt te kunnen. Daardoor voelt het wat rommelig en is er weinig eenheid. Desondanks is ook ‘The French Dispatch’ een feest voor het oog met knappe minitoneelstukjes, fraaie beelden, kleine visuele grapjes en een wagonlading bekende namen in soms wel heel kleine rollen. Iedere acteur is graag een pop in het poppenhuis van Anderson.