Dune (2021)

Zevenendertig jaar na de eerste film is er nu de langverwachte remake van Denis Villeneuve, die het zelf omschrijft als ‘Star wars’, maar dan voor volwassenen. De film is indrukwekkend, actueel en meeslepend, maar voelt ook onaf. Het boek ‘Dune’ van Frank Herbert verscheen in 1965 en was meteen een succes. In 1971 werd al een eerste – mislukte – poging ge- daan om het te verfilmen. In 1984 maakte David Lynch de eerste ‘Dune’-verfilming, een film die de fans tegenviel. Regisseur Denis Villeneuve (‘Bladerunner 2049, ‘Arrival’) doet het veel beter en weet de gelaagdheid van de boeken knap visueel te vertellen. Trailer van 2,5 uur Het verhaal gaat over de intelligente Paul Atreides (Timothée Chamalet), van de waterplaneet Caladan. Hij wordt naar de duinplaneet Arrakis gestuurd, waar water schaars is en de kostbare delfstof ‘spice’ wordt gewonnen. Paul is een pion in een schaakspel dat op verschillende borden tegelijk gespeeld wordt. Gelukkig wordt dat complexe verhaal duidelijk uitgelegd en zijn er ter afwisseling genoeg gevechten. De filmbezoeker kijkt zijn ogen uit bij de landschappen van de planeet en de ingenieuze ruimteschepen die op libellen lijken. Ondanks alle pracht en praal komt het einde plots als het verhaal de kijker net heeft gegrepen. Een van de personages zegt: “dit is nog maar het begin”, en daardoor voelt de film als een sublieme trailer van 2,5 uur voor ‘Dune 2’. Laten we hopen dat die film ook echt zal verschijnen.