TrosKompas

Undine.jpg

Undine (2020)

De Duitse film ‘Undine’ vertelt een magisch liefdesverhaal, dat zich ontrolt in Berlijn en bij een nabijgelegen stuwmeer. Verwijzingen naar de mythologische waternimf Ondine zijn volop aanwezig.

Regisseur Christian Petzold is in ons land nog geen grote bekende, maar de laatste jaren worden zijn films ook hier in de bioscoop uitgebracht (o.a. ‘Barbara’ en ‘Phoenix’). Voor ‘Undine’ strikte hij dezelfde hoofdrolspelers als voor zijn voorgaande film ‘Transit’: Paula Beer en Franz Rogowski. Die twee zijn hier geen vreemden. Beer was onlangs te zien tegenover Barry Atsma in de bankenserie ‘Bad banks’ en Rogowski speelde eerder dit jaar in Terence Malicks oorlogsdrama ‘A hidden life’.

In ‘Undine’ speelt Beer de stadshistorica Undine Wibeau, die toeristen uitleg geeft over het historische centrum van Berlijn. Wanneer haar vriend Johannes (Jacob Matschenz) haar verlaat, zegt ze dat ze hem moet doden als hij niet bij haar terugkomt. De woorden zijn amper verstorven of Undine vindt al een nieuwe geliefde. In een fraaie scène treft ze Christoph (Rogowski) tussen de scherven van een gebroken aquarium.

Boeiende afstandelijkheid
Christoph blijkt duiker te zijn en werkt als onderwaterlasser bij een waterturbine van een stuwdam. Het duurt niet lang tot hij Undine meeneemt op een duiktrip in het stuwmeer. Een mooie gelegenheid om te kijken of ze de legendarische Gunther kunnen vinden; een gigantische vis die in dit meer zou moeten rondzwemmen. De idylle tussen hetn waterminnende duo kan natuurlijk niet eeuwig blijven duren, dus het is wachten op een tragedie die de twee uit elkaar drijft.

‘Undine’ heeft, zoals ook eerdere films van Petzold, een wat kille en afstandelijke sfeer die toch weet te boeien. In dit geval is dat zeker te danken aan het voortreffelijke spel van de hoofdrolspelers. Toch bevredigt de film niet op alle fronten. Er is een gekunstelde tijdsprong van twee jaar nodig om diverse verhaallijnen in elkaar te laten vloeien.