TrosKompas

danny.jpg

Danny Collins (2015)

Met zijn gebruikelijke flair speelt Al Pacino de megarockster Danny Collins, die zichzelf een ?hofnar met een microfoon? noemt. Het leven van de zanger verandert als hij voor zijn 64ste verjaardag een brief krijgt van John Lennon.

Er zijn weinig acteurs die zo goed hun stempel op de film kunnen drukken als Al Pacino. Natuurlijk, Johnny Depp en Robert Downey jr. kunnen er ook wat van, maar hun typische acteerwerk leidt vaak af van de film. Al Pacino's acteerwerk versterkt de rolprent meestal. Neem bijvoorbeeld 'A devil's advocate', waarin Pacino de duivel speelt en in een geweldige scène zijn vinger in een bak wijwater doopt en sardonisch naar de camera lacht. Eenzame showbink In 'Danny Collins' speelt Pacino de succesvolle zanger Danny Collins, die leeft op drank en drugs om zijn zorgen te vergeten. Pacino leerde zichzelf voor deze rol een soort vallend loopje aan. Dat past goed bij deze man, die zich buiten de bühne nog maar net staande weet te houden, maar op de planken verandert in een showbink die Tom Jones doet verbleken. Omdat hij altijd andermans nummers covert en al dertig jaar geen eigen album heeft gemaakt, voelt Collins zich een niksnut en beklaagt hij zich over zijn publiek. ?Die golden girls op de eerste rij zaten het hele optreden snoep te eten.?

Gevangen
De zanger zit gevangen in zijn eigen imago en heeft nooit de moed gehad daaraan te ontsnappen. Het succes is verslavend en het uitgebreide chique wagenpark, de enorme villa's, de privéjet en de 'trophy-wife' die zijn kleindochter had kunnen zijn, moeten ook bekostigd worden. Maar als Collins 64 is, vindt hij een brief die John Lennon veertig jaar eerder aan hem schreef met de tekst: ?Blijf trouw aan jezelf.? Dat is het zetje dat de zanger nodig heeft. Hij gooit het roer radicaal om. Collins cancelt zijn complete tour die miljoenen moet opbrengen, gaat nummers schrijven, dumpt zijn vrouw en zoekt na vele, vele jaren contact met zijn zoon.

Energie
Het laatste deel van de film ontwikkelt zich voor Europese kijkers wellicht wat te zoet en voorspoedig, maar toch weet Pacino de kijkers met zijn knappe spel vast te houden. De 75-jarige gooit al zijn energie in de strijd, maar kan ook klein spelen, met een sprankeling in zijn ogen of een handgebaar. Ook is de chemie met Bobby Cannavale, die zijn zoon speelt, geweldig. Al Pacino tilt deze redelijk voorspelbare film naar een hoger niveau. Geef die man een standbeeld!