Openen graf Toetanchamon
Honderd jaar geleden werd de graftombe van de Egyptische farao Toetanchamon geopend. Het bleek een van de grootste archeologische vondsten uit de geschiedenis te zijn.
De Britse archeoloog Howard Carter (1874-1939) zocht al jaren in de Vallei der Koningen naar graven van farao’s. Zijn expedities werden gefinancierd door de steenrijke Brit lord Carnarvon (1866-1923). Carter groef samen met Egyptische arbeiders de vallei systematisch af, in de hoop het graf van de nog onbekende farao Toetanchamon te vinden. Na jaren zoeken zonder enig resultaat, besloot lord Carnarvon om de geldkraan dicht te draaien. Carter wist hem over te halen om nog één expeditie te betalen. Op 4 november 1922 stuitten arbeiders op enkele traptreden die naar een tombe leidden. Carter stuurde een telegram naar lord Carnarvon, die twintig dagen later uit Londen arriveerde. Samen openden ze een muur waarop een verzegeling van de farao zat. Een spectaculaire vondst, omdat het koningsgraf ongeschonden was. In een kamer vonden ze o.a. specerijen, kleding, juwelen, strijdwagens en meubels. Het kostte de archeologen drie maanden voordat de vijfduizend objecten uit de kamer gecatalogiseerd waren.
Vloek van Toetanchamon
Op 16 februari 1923 ontdekten Carter en zijn archeologenteam de grafkamer. Daarin stond een grote gouden sarcofaag waarin het 3.200 jaar oude gemummificeerde lichaam van de negentienjarige Toetanchamon met het nu beroemde dodenmasker lag. Lord Carnarvon was niet aanwezig bij deze unieke vondst. Hij was twee maanden na het openen van het graf overleden aan de gevolgen van een ontsteking door een muggenbeet. Volgens de pers kwam dit door ‘de vloek van Toetanchamon’. Arbeiders hadden namelijk een tekst gevonden: “Wie de rust van de farao verstoort, zal worden aangeraakt door de vleugels van de dood”. Het bleek een fabel, want van de 58 personen die direct of indirect te maken hadden met het openen van het graf, waren er twaalf jaar later slechts acht overleden.