TrosKompas

NOSTALGIE GT Rovers

Olympische winterspelen 1972

In het jaar 1972 vonden de Olympische Winterspelen voor het eerst in Azië plaats. In het Japanse Sapporo wonnen Ard, Keessie, Stien en Atje negen plakken.

Hoewel de Olympische Winterspelen voor het eerst in 1924 gehouden werden, deden de Nederlandse schaatsers pas vier jaar later mee. Alleen mannen, want het zou nog tot 1960 duren voordat het langebaanschaatsen voor vrouwen op het programma stond. De Olympische Spelen gaan traditiegetrouw van start met het ontsteken van de olympische vlam, een ceremonie die door de Alkmaarse architect Jan Wils werd bedacht. Hij liet voor de Olympische Spelen in 1928 in Amsterdam de 46 m hoge Marathontoren bouwen. Geen sporter, maar een medewerker van het gasbedrijf kreeg de eer om het olympisch vuur aan te steken.

 

Nederland voert de boventoon

Tijdens de Winterspelen in 1972 in Sapporo (Japan) vertegenwoordigden elf olympiërs ons land: een bij het kunstschaatsen (Dianne de Leeuw, vier jaar later goed voor zilver) en tien bij het langebaanschaatsen (vijf mannen en vijf vrouwen). Bij de mannen was de ‘man met de gouden dijen’ Ard Schenk (l.) de succesvolste sporter. Hij won drie gouden medailles op de 1.500, 5.000 en 10.000 m. Door een val bij de start van 500 m miste hij zijn kans op een vierde medaille. Ook Schenks kompaan Kees ‘Keessie’ Verkerk viel in de prijzen: op de 10.000 m won hij zilver. Bij de vrouwenploeg hadden Stien Baas-Kaiser en Atje Keulen-Deelstra in de clinch gelegen met schaatsbond KNSB. De bond vond het duo, allebei geboren in 1938 en al moeder, ‘te oud’ voor de kernploeg. Ze mochten toch mee en bewezen hun gelijk. Stien Baas-Kaiser sloot op 33-jarige leeftijd haar glansrijke carrière af met goud op de 3.000 en zilver op de 1.500 m. Atje Keulen-Deelstra won drie medailles: zilver op de 1.000 m en brons op de 1.500 en 3.000 m.

 

© ANP