TrosKompas

Freek Vonk

Smalbekkikker

Twee totaal verschillende soorten die in symbiose leven - het komt vaker voor dan je denkt. Piepkleine smalbekkikkertjes uit Mexico en de Verenigde Staten durven het aan met wel heel onverwachte partners.

 

Westelijke smalbekkikkers schuilen in holen, want in die vochtige, donkere plekken droogt hun huid niet uit en het zijn goede verstopplekken tegen roofdieren, zoals slangen. De kikkers zijn alleen zelf niet handig genoeg om een holletje te graven. Daarom zoeken ze holen van andere dieren en gaan ze doodleuk bij de eigenaren inwonen. De meest wonderlijke huisgenoot die ze hebben is de tarantula! Die vogelspinnen zouden hen makkelijk kunnen overmeesteren, maar ze laten de kikkertjes met rust. De kikkers lopen vlak langs hen of schuilen zelfs onder het bakbeest. Soms leven er zelfs meer smalbekkikkers in het hol van een enkele vogelspin. De grote vogelspinnen verorberen zeker wel kikkers, ook soorten die ongeveer even groot zijn. Ze lijken chemische signalen te herkennen die smalbekkikkers uitscheiden. Dat de kikkertjes giftig zijn, speelt vast ook mee. De spinnen raken de kikkers liever niet aan, maar tolereren hen wel heel dicht in hun buurt.

Vijand te vriend

Smalbekkikkers hebben een plek om niet uit te drogen en een griezelige bodyguard, maar wat zit erin voor de vogelspin? Veilig nageslacht, zo blijkt. Het kan een komen en gaan zijn in het holletje en de buren zijn lang niet altijd vriendelijk. Vogelspinvrouwtjes zijn verrassend weerloos tegen roofmieren. Die komen af op hun eicocons en de net uitgekomen jongen. Maar daar steken de inwonende smalbekkikkers een stokje voor. Die vreten de rond- kruipende mieren gewoon op. Ze pakken meteen de uitgezogen dierenlijkjes mee die de spin zelf niet kan opeten. Beide soorten lijken er op diverse manieren voordeel uit te halen. Voor ons is het misschien net alsof je in een spookhuis gevangenzit, maar voor westelijke smalbekkikkers is samenwonen met een vogelspin helemaal in hun straatje!