TrosKompas

Freek Vonk

Tokeh

Gekko’s zijn een fantastische groep van hagedissen, die met hun speciale voetjes over alle oppervlakken kunnen lopen. Ook verticaal en zelfs ondersteboven.

Tokehs zijn de op een na grootste gekko-soort ter wereld. Ze worden, staart meegeteld, tot veertig centimeter lang. Naast hun grootte vallen ze meteen op door de rode, oranje of gele polkadots op hun lijf. Als je ergens in Zuidoost-Azië bent is de kans groot dat je een keer een tokeh tegenkomt, zoals ik in de Filipijnen. Tokehs zijn van oorsprong regenwoudbewoners, maar ze komen ook in tuinen en huizen. Overal waar insecten te vinden zijn, komen zij ook. Aangezien er veel insecten afkomen op verandalampen is het geen wonder dat er dan ook tokehs rondsluipen. En dit zijn enorm goede klimmers, die gewend zijn aan het beklimmen van bomen en takken. Een muur of plafond gaat ze net zo makkelijk af.

Onomatopee

Tokehs zijn territoriale dieren en ze laten dan ook goed van zich horen. Zo blijven ze bij elkaar uit de buurt. En als er een niet wil luisteren, wordt het matten. Dat gaat er echt niet zachtzinnig aan toe. Tegenstanders gooien elkaar zonder pardon van het plafond! Er is echter één uitzondering op de agressie: de paartijd. Een deel van het jaar mogen vrouwtjes wel in en uit het territorium van de mannetjes wandelen. Ze shoppen zo een beetje rond en luisteren naar de kunsten van de mannetjes. Uit het ‘tok-eejj’- geluid dat zij maken, kunnen de dames namelijk al opmaken wie de sterkste is. Als er een match is gemaakt, legt het vrouwtje een paar keer een nestje van één of twee eitjes. Die zijn erg kleverig, zodat ze op een verticaal oppervlak blijven plakken. Tokehs bewaken hun eieren, en dat doet een paartje meestal samen, om de beurt. Da’s dan weer lief!