TrosKompas

Freek Vonk

Kokosnootoctopus

Wat een schatje!
Net als andere octopussen zijn dit kwetsbare gasten. Hun hele lijf is eetbaar: de snavelbek in het midden van hun krans armen is het enige harde onderdeel in hun lijf. Vandaar dat octopussen van die ongeëvenaarde verdwijnkunstenaars en imitators zijn. Ze worden liever helemaal niet door vijanden ontdekt, want ze zijn ontzettend kwetsbaar op die grote, open oceaanbodem. Daarom weten ze zich meesterlijk te vermommen. Naast de geijkte octopustrucjes - een inktwolk spuiten, van kleur en vorm veranderen, ingraven - kennen zij nóg een manier om zich te camoufleren.

Een mobiel huis

Kokosnootoctopussen verstoppen zich in lege schelpen, slakkenhuizen, en andere voorwerpen - zoals kokosnoten. Nu groeien kokosnoten natuurlijk niet in zee, maar mensen laten ze na gebruik achter in de oceaan. Deze octopussen hebben geleerd om daar gebruik van te maken. Ze zoeken helften die bij elkaar passen en testen verschillende items tot ze helemaal tevreden zijn, dat wil zeggen: tot ze zich compleet kunnen bedekken met hun bij elkaar geraapte pantser.

Het is ook belangrijk dat ze hun mobiele huis een tijdje kunnen dragen, zodat ze dat voor later kunnen gebruiken. En dit is heel speciaal! Echt makkelijk of ongevaarlijk is het niet voor ze, al die spullen meeslepen. Ze bewegen langzaam over de oceaanbodem, op twee ‘benen’. Met hun andere zes armen houden ze de kokosnootschillen omhoog. Dat kost ze een hoop energie, maar ze kiezen bewust voor dit ongemak, omdat ze kunnen plannen. Want de kans is groot dat ze later op de dag ergens een roofdier tegenkomen en misschien kunnen ze op dat moment nergens schuilen. Dan zitten ze liever niet om een voordeur verlegen!