TrosKompas

Freek Vonk

Barasingahert

Het valt niet mee om een van de lievelingshapjes van tijgers te zijn. Het barasingahert staat hoog op dat verlanglijstje! Het is een van de grootste herten in Nepal.

Barasingha is Hindi voor ‘twaalf hoorns’. Het verwijst naar hoeveel takken er gemiddeld aan het gewei van de bokken zitten, maar soms zijn het er wel twintig. Het zijn prachtige, zware geweien, die tot een meter lang worden. In de bronsttijd imponeren de bokken er de hinden en elkaar mee. Door hard te brullen eisen ze alle aandacht op.

TUSSEN WATER EN VUUR 

In de droge tijd gaat een deel van het graslandschap regelmatig in rook op - en barasingaherten hebben daar een neusje voor. Want dat betekent dat er voedzaam, vers gras aankomt. Zo’n verbrand gebied staat in een mum van tijd weer vol groen. Barasingaherten kunnen dus profiteren van vuur. Ze doen ook hun voordeel met water. Niet alleen om van te drinken, maar ook om van waterplanten te snoepen. Ze duiken met hun kop in het moeras om de stengels te pakken. Water vormt ook hun toevluchtsoord. Bij naderend gevaar, dat ze oppikken met hun supergevoelige neus en oren, hollen ze het moeras in en staren ze minutenlang met zijn allen in de richting van de paniekzaaier. Roofdieren geven dan vaak op, omdat ze gezien zijn. Ze kunnen beter stoppen met stalken en het later nog eens proberen. Toch eindigen veel barasingaherten vroeg of laat tussen de kaken van een roofdier. Hun grootste vijanden zijn Bengaalse tijgers, gevolgd door luipaarden en Aziatische wilde honden. Goudjakhalzen kunnen de volwassen dieren niet aan. Zij jagen op de kalfjes, die de eerste weken van hun leven als paaseieren in het hoge gras liggen verstopt. Het is niet makkelijk om een barasinga te zijn!

 

Beeld © Getty Images