TrosKompas

Freek Vonk

Wenkkrab

Ik ben aan de kust in Indonesië. Op het strand rent, kruipt en verdwijnt er van alles. Daar schiet een wenkkrab uit zijn holletje!

Nu, bij laag water, is het de perfecte tijd om wenkkrabben actief bezig te zien. Bij hoogwater schuilen ze in hun holletje onder het zand. Dat hebben ze goed afgesloten met nat zand of modder. Als het tij afneemt en de laatste golven over hun territorium zijn gespoeld, snellen ze hun holletje uit en pikken ze de voedseldeeltjes tussen het slib uit die op het strand zijn achtergelaten.

 

JOEHOE!

Het lijkt op het eerste gezicht wel alsof er iets is fout gegaan in de groei van dit dier. Maar nee, dat hoort! Dit is een mannetje. Zijn ene schaar is waan- zinnig veel groter dan de andere. En dat vinden vrouwtjeswenkkrabben helemaal het einde. Een mannetje dat wil paren, gaat naast zijn holletje staan en wenkt naar langslopende vrouwtjes: “Joehoe!” Wanneer een vrouwtje geïnteresseerd is, blijft ze naar hem zitten kijken. Met - letterlijk - ogen op steeltjes. Het mannetje rent dan op haar af en weer terug naar zijn holletje, steeds heen en weer. Zo probeert hij haar over te halen om hem te volgen naar zijn slaapkamer. Zo’n mannetje loopt geregeld een blauwtje, want zijn date kan ieder moment gewoon weglopen. Maar zodra de volgende dame in beeld is, is-ie dat gelukkig alweer vergeten.

RESERVESCHAAR

Die grote klauw is ook een dreigmiddel naar rivalen. Als dreigen niet werkt, gaan twee mannetjes met elkaar op de vuist! Dat gaat er hard aan toe. Een afgebroken grote klauw is jammer, maar die groeit gewoon weer aan. De overgebleven kleine klauw groeit nu uit tot de grote klauw, en op de plek van de geamputeerde schaar groeit een klein schaartje. Wenkkrabben kunnen in hun leven dus zowel links- als rechtsscharig zijn. Hoe gaaf is dat!

 

Beeld © GettyImages