TrosKompas

Freek Vonk

Steenarend

Ik ben in Noorwegen en heb een prachtig uitzicht over de kliffen vlak bij het stadje Tromsø. Nog mooier: ik ben op het terrein van een paartje steenarenden beland!

 

Met een gewicht van 3 tot 7 kilo en een vleugelspanwijdte van bijna 2,5 meter behoren steenarenden tot de grootste roofvogels van het noordelijk halfrond. Het zijn ook onbetwiste luchtacrobaten. Ze hebben dan ook een heel scala aan aanvalstactieken, speciaal afgestemd op het type prooi, het weer, het terrein en de vluchtreactie van het doelwit. Wanneer ze het hebben voorzien op vogels die niet heel snel vliegen, zoals ganzen, stijgen ze eerst een stukje en storten er dan met een noodgang bovenop. Zo zijn hun slachtoffers meteen knock-out. Jagen ze op prooien die in holen kunnen vluchten, zoals konijnen, dan vliegen steenarenden juist laag bij de grond en volgen ze het terrein om hun doelwit te verrassen. Ze jagen zelfs op herten. Van ver achter het dier komen ze laag aanvliegen en op het juiste moment boren ze hun klauwen diep in de rug. De kracht die ze met hun klauwen kunnen uitoefenen breekt ruggengraten en schedels, en hun nagels zijn lang en scherp. De nagel aan de achterste teen is het langst, tot ruim zes centimeter. Die dringt door huid en spierlagen. Geen wonder dat steenarenden zelfs grote prooien de baas zijn.

Oefenen

Steenarenden worden niet als specialistische sluipmoordenaars geboren. Het duurt wel een paar jaar voordat ze volleerd zijn. Soms wordt het jagen de jonge dieren zelfs fataal. Prooidieren zijn niet mak en hebben hun eigen wapens. Gaandeweg vinden steenarenden uit waar ze goed in zijn en dan blijven ze hun techniek perfectioneren. Ze jagen niet altijd alleen, maar soms in paartjes of kleine groepjes. Een van de vogels jaagt de prooi dan tot uitputting op en de ander duikt naar beneden en maakt het karweitje af. Tsja, tegen zo veel geweld kun je niets beginnen!