TrosKompas

Freek Vonk

IJsduiker

Ik ben op Spitsbergen in het noorden van Noorwegen. Dit is het domein van doorgewinterde dieren en ik ben dan ook niet verrast als ik in het water een ijsduiker zie!

IJsduikers zijn flinke watervogels die bijna een meter groot worden, met een vleugelspanwijdte van haast anderhalve meter. Dit exemplaar is in zijn winterkleed, dat vrij saai is vergeleken met het zomerkleed. In de zomer, hun broedtijd, hebben ijsduikers een mooi bont patroon met wit, zwart en grijs, een zwarte kop en een zwartgroene halsring. Mannetjes en vrouwtjes zijn even mooi. In die periode zijn ze ook luidruchtiger dan in de winter. IJsduikers hebben een prachtig, spookachtig trillende roep, die iedereen zal herkennen. Deze roep wordt vaak in films gebruikt, als het spannend of griezelig wordt.

Duikboot met veren

IJsduikers komen alleen het land op om te broeden en zijn helemaal aangepast aan een leven in en onder water. Op het land lopen ze wat onhandig omdat hun poten ver naar achteren op hun lijf geplaatst staan, maar onder water veranderen die poten in krachtige propellers! Met zeven meter onderwaterzwemmen hebben zij geen probleem, sterker nog, ze duiken tot tachtig meter diep en kunnen enkele minuten hun adem inhouden. In tegenstelling tot veel andere vogels hebben ijsduikers ‘zware botten’, die minder hol zijn dan bij de meeste andere vogels. Zo zinken ze gemakkelijk. Net voor ze onderduiken blazen ze lucht uit hun longen en drukken ze hun veren stijver tegen zich aan, zodat er minder lucht tussen zit. Eenmaal onder water vertragen ze hun hartslag om zuurstof te besparen. Zo trappen ze met hun grote zwem- vliezen achter visjes aan. De meeste komen tussen de snavel terecht, sommige eindigen gespietst door de kracht waarmee een ijsduiker toeslaat. En ook al zijn vissen glibberig, ontsnappen is er niet bij. IJsduikers hebben weerhaakjes op hun tong en gehemelte, zodat prooien nog maar één kant op kunnen: hun maag in. Eet smakelijk!

 

Beeld © GettyImages