TrosKompas

Freek Vonk

Harlekijnspookfluitvis

Ik duik graag, want onder water gaat er altijd een vreemde wereld voor mij open. Zo ontdekte ik in de Filipijnen een van de kleurigste vissen die ik ooit gezien heb: een harlekijnspookfluitvis.

Dat is een hele mond vol voor zo’n klein visje, dat wel wat weg heeft van een zeepaardje. Niet zo gek, want daar zijn spookfluitvissen, waar wereldwijd een handvol soorten van bestaan, in de verte aan verwant. Anders dan zeepaardjes houden spookfluitvissen hun kop meer in lijn met hun rug. Verder hebben ze twee rugvinnen in plaats van één. Het zijn net kleine draakjes, met die grote waaiers van vinnen. Harlekijnspookfluitvissen zijn meesterlijke verstoppers, want ze veranderen steeds van kleur! Zo zijn ze perfect gecamoufleerd tussen de vele kleuren van de zachte en harde koralen, zeelelies en wieren, die hun bescherming vormen tegen roofdieren. Hun vreemde lichaamsvorm maakt ze nóg lastiger te vinden. Het zijn zelf trouwens ook rovers: ze vangen piepkleine aasgarnalen door ze op te zuigen. Dat is de enige manier om hun prooien te pakken te krijgen, want spookfluit-vissen kunnen hun bek niet open en dicht klappen. Hun kaken zijn versmolten tot een lange dunne buis.

Draagzak

Het leuke van harlekijn-spookfluitvissen is dat je er soms enkele in een clubje bij elkaar ziet, tussen de takken van hetzelfde koraal. Ze hebben dan ook allemaal dezelfde kleuren. Na hun leven als larven settelen spookfluitvissen het liefst ergens aan de rand van een koraalrif, waar er voort-durend wat stroming is. Daar blijven ze de rest van hun leven rondhangen om te jagen en een partner te vinden. Spookfluitvissen zijn wat traditioneler ingesteld dan zeepaardjes: het zijn gewoon de vrouwtjes die zwanger worden na een paring. Hun buikvinnen vergroten en smelten samen, waardoor die een soort mandje vormen; een zogenaamde broedbuidel, die onder de buik hangt. Hierin dragen ze hun eitjes mee. Handig!

 

Foto: Getty images