TrosKompas

Freek Vonk

Roze vleugelhoorn

Ik maak een duik voor de kust van Mexico en ben in de ban van een prachtig koraalrif. Mijn oog valt op een schelp verderop. Een roze vleugelhoorn!

Ik zwem dichter naar de witte zandbodem en zie dan dat het oog van de reuzenslak ook op mij gevallen is. Vanonder de rand van de schelp komen twee prachtige ogen op stelen een kijkje nemen. Dan schiet er een soort grote klauw naar buiten. Dat is een verhard gedeelte van hun voet en ze kunnen zich ermee afzetten en zo sprongetjes maken als dat nodig is. Er wordt wel gedacht dat ze dit ook doen om geen doorgetrokken sleepspoor in het zand te maken - en zo roofdieren te foppen. En ja hoor, de schelp kantelt en dan ‘wandelt’ de slak met een - voor zijn doen - noodgang bij me vandaan.

Schitterende schelp

Deze slakken hebben alle reden om zich snel aangevallen te voelen. Vooral de jongere dieren worden belaagd door zeeschildpadden, roggen, verpleegsterhaaien en zelfs langoesten. De oudste dieren, die zo’n 35 cm worden, kan gelukkig bijna niemand meer wat maken. Hun schelp is zo dik geworden dat er nog maar weinig vijanden met geweld bij hun weke vlees kunnen komen. Als de slakken toch doodgaan, dan heeft hun prachtige, van binnen felroze gekleurde huis nog een functie: kleine koraalvissen gebruiken die als schuilplaats tegen hun eigen vijanden!

Piepkleine start

Deze jongen is ooit begonnen als een larve, ongeveer zo klein als de punt aan het einde van deze zin. De eerste maand zweven de slakkenlarven of veligerlarven nog doelloos in zee, daarna gaan ze op zoek naar een plekje in de bodem, verstopt in zeegrasvelden. Ze zijn dan ongeveer zo groot geworden dat ze op je vingertop zouden passen. Ze hebben nog een hoop zeegras te eten voordat ze er zo uitzien als dit exemplaar!