TrosKompas

Freek Vonk

Groene leguaan

Ik wandel door de jungle in Belize, als ik even verderop een echte koning op een open plek van het ochtendzonnetje zie genieten. Een groene leguaan!

De groene leguaan is een van de grootste hagedissen ter wereld en ook een van de meest indrukwekkende. Een volgroeid mannetje behaalt een lengte van ruim twee meter! Hij moet wel heel wat gevaren overwinnen voordat hij tot deze proporties is uitgegroeid en net als deze jongen stoer alleen kan gaan liggen zonnen. Die gevaren beginnen al in het ei. 

Leguaanvrouwtjes leggen hun eieren in grote, gezamenlijke nesten die ze in de losse grond uitgraven. Er gebeuren nogal eens ongelukjes; zo kan een vrouwtje dat een gat voor haar eigen eieren graaft een nest van een ander opgraven. Die eieren komen ergens open en bloot boven de grond te liggen, waar ze door gieren of andere dieren worden opgegeten of uitdrogen in de zon…

Ondergepoept

De jonkies die het wél lukt om uit hun ei te komen zijn heel sociaal, ze herkennen zelfs hun broertjes en zusjes. Samen optrekken is een belangrijke overlevingsstrategie; het is veiliger voor iedereen. En hoe hoger, hoe beter. Groene leguanen brengen hun eerste levensjaar in lage bosjes of op de laagste takken van een boom door. Hoe ouder ze worden, hoe hoger ze klimmen. Hun ouders zitten ergens boven ze, in de boomtoppen. Dat brengt iets onvermijdelijks met zich mee: de jongsten worden nogal eens ondergepoept – en hun eten ook! 

Veel bladeren die de jongere dieren eten, zijn bestrooid met de mest van oudere soortgenoten. Niet smakelijk, maar wel gezond: de kleintjes krijgen zo indirect belangrijk symbiotische bacteriën binnen, die cellulose in de bladeren afbreken. Met andere woorden: hun taaie menu wordt makkelijk verteerbaar. Door poepblaadjes te eten, groeien de jongen snel uit tot een volgende generatie indrukwekkende draakjes!

 

Beeld: Getty Images