TrosKompas

Freek Vonk

Boszwijn

Ik ben in Zambia en wandel bij zonsopkomst langs een bosrand. Ik hoor wat geknor en gesnuif en zie een tiental boszwijnen vanuit de dichte bladeren verschijnen. Waanzinnig!

Meteen houd ik mijn pas in: met boszwijnen wil je niet sollen. Ze zijn erg territoriaal en zeker niet op hun mondje gevallen. Deze groep bestaat uit een aantal vrouwtjes en wat onvolwassen dieren van nog geen halfjaar oud. Maar aan het hoofd van het hele gezelschap staat een dominant mannetje.

En als die flink boos wordt, dendert hij met al zijn honderd kilo op je af. Zijn onderste twee slagtanden zijn vlijmscherp, gekromd en langer dan je middel-vinger. Boszwijnen zijn echte bulldozers, ze gaan voor niemand opzij! Soms echter is vluchten de beste verdediging voor ze, als een luipaard, leeuw of hyena de aanval inzet. Op commando stuift de groep uit elkaar. Nadat het gevaar geweken is, zoeken ze elkaar weer op. De dichte begroeiing is hun redding.

Hooiberg
Boszwijnen zijn de grootste dieren hier in de regio die nesten maken. Een hoogzwanger vrouwtje bijt grassen en twijgen af en verzamelt die op een hoop. Hiervan maakt ze een nest dat maar liefst drie meter in doorsnede en een meter hoog is. Hierin werpt ze rond de drie biggen, die de eerste weken gestreept zijn. Zodra de biggen de andere groepsleden kennen, kijkt hun moeder minder naar ze om. Ze zoekt ze alleen op om ze te zogen.

De dominante man neemt de meeste zorg op zich. Pa beschermt de kleintjes tegen gevaren en leidt ze naar goede voedselplekken, wanneer ze niet gespeend worden door hun moeder. Hij ruikt goed en wroet met zijn slagtanden en stevige neusschijf de aarde om naar wortelknollen, vruchten en insectenlarven. De biggetjes leren door hun grote, sterke vader na te doen. Dan zijn ze straks net zo goed als hij!

 

Beeld: Getty Images