TrosKompas

NOSTALGIE GT Rovers

De Molukse kwestie

Geen land, geen scholing, geen werk, geen identiteit.

Na de onafhankelijkheid van Indonesië werd in 1950 het Koninklijk Nederlands-Indische Leger (KNIL) ontbonden. De inheemse ex-KNIL-militairen kregen de keuze om over te gaan naar het Indonesische leger of om als burger terug te keren naar hun geboortestreek. Voor Molukkers was dat een onmogelijke keuze. Zij hadden namelijk altijd aan de zijde van Nederland gevochten, waardoor het Indonesische leger feitelijk het leger van de voor­malige vijand was. Ze wilden graag terugkeren naar de Molukken, maar dat mocht niet van de Indonesische regering, omdat daar een onafhankelijkheidsstrijd woedde. Kortom, een uitzichtloze situatie.

Uiteindelijk werden 4.000 Molukse KNIL-militairen met hun gezin (12.500 personen) op dienstbevel van de Nederlandse regering in 1951 naar Nederland verscheept. Ze kregen de belofte dat de Nederlandse regering alles in het werk zou stellen om hen te helpen op de Molukken hun eigen staat te stichten. In Nederland werden ze in voormalige werkloosheids- en concentratiekampen ondergebracht. Daar kregen ze te horen dat ze uit het leger waren ontslagen. Vanwege hun stateloosheid en de tijdelijkheid van hun verblijf kregen ze geen toegang tot betaald werk of onderwijs. Per week ontvingen ze zo’n drie gulden om van rond te komen.

Geen excuses
In de jaren zeventig voelde de tweede generatie Molukkers zich zwaar in de steek gelaten. De Nederlandse regering was de belofte niet nagekomen dat ze terug mochten keren naar een eigen staat. Pas na onder meer de geweld­dadige treinkapingen bij Wijster (1975) en De Punt (1977) en de gijzeling in het provinciehuis in Assen (1978) werd de overheid zich bewust van de sociaal-economische achterstand van veel Molukse jongeren. Velen kregen een woning in ‘Molukse wijken’ aangeboden en eindelijk kregen ze een paspoort.

Tot op de dag van vandaag hebben de Molukse KNIL-soldaten geen excuses gekregen voor de manier waarop ze door Nederland behandeld zijn. Diverse politici zijn van mening dat de Molukse gemeenschap deze excuses alsnog verdient.