Vlaamse reus

Kijk nou, wat een joekel! Vlaamse Reuzen zijn met ruim zes kilo de grootste konijnen ter wereld.

Vlaamse reuzen stammen af van wilde Europese konijnen. Ze komen zoals de naam al aangeeft uit België. Ze zijn waarschijnlijk gefokt uit een ander tam konijnenras dat daar al in de zestiende eeuw bekend was. Rond het begin van de negentiende eeuw kregen ze een status als zuiver ras.

Konijnen eten natuurlijk gras en kruiden en benutten hun voedsel optimaal. Moeilijk verteerbaar materiaal wordt gegist in de darmen en als slijmerige groenzwarte trosjes uitgepoept. Die zitten vol vitaminen en goede bacteriën, dus eet een konijn ze na het poepen weer op. De tweede keer dat ze door het darmstelsel gaan worden er nog meer voedingsstoffen uitgehaald. De ronde, vezelige kogeltjes die konijnen daarna uitpoepen zijn het eindproduct. Wilde konijnen zijn kleine grazers en kunnen per dag wel een derde van hun lichaamsgewicht eten. Kun je nagaan wat een Vlaamse reus dagelijks verorbert!

Graafpoten
Konijnen zijn geen knaagdieren, maar haasachtigen. Die hebben een minder zware kop dan knaagdieren. De kop is klein en rond en staat op een flexibele nek met kleine ronde tot lange puntige oren, en ogen die hoog op de kop geplaatst staan. Dit zorgt voor een breed gezichtsveld. Samen met de gevoelige oren nemen konijnen veel gevaar op tijd waar. Er zijn ontzettend veel roofdieren die op ze loeren. Konijnen rennen in korte spurts en zitten tussendoor doodstil.

Ze zijn uitgerust met heel goede graafpoten; ze verstoppen zich (en leven) in zelf gegraven holen: burchten. Ook gebruiken ze hun achterpoten om mee op de grond te stampen om familieleden te waarschuwen voor gevaar. Superhandig! In tegenstelling tot knaagdieren gebruiken konijnen nooit hun voorpoten om voedsel mee vast te houden. De voetzolen zijn wollig. Dit zorgt voor grip bij het rennen en springen. Uit de bocht vliegen is er niet bij, zelfs niet bij Vlaamse reuzen!