TrosKompas

NOSTALGIE GT Rovers

Haverwortel

Haverwortel was vroeger zeer populair, maar is vandaag de dag totaal vergeten. Best jammer, want deze 60 centimeter hoge plant is een gezonde voedingsbron boordevol calcium, ijzer en vitamine B1, B2 en C. Het is eveneens een geneeskrachtig kruid, goed voor de lever en de galblaas. En dan werkt het ook nog vochtafdrijvend. Niet voor niets gebruiken onze oosterburen het gezegde: ‘Habermark macht d’ Bube stark’ (haverwortel maakt de jongen sterk). Het bijzondere aan deze tweejarige plant is dat de prachtige blauwpaarse bloemen zich bij warm zonnig weer alleen ’s ochtends openen.

Haverwortel wordt overigens ook wel paarse morgenster, armenluis-asperges, oesterplant of boksbaard genoemd. Het werd tot in het midden van de zestiende eeuw overal in Europa verbouwd. In Groot-Brittannië werd het pas vanaf de achttiende eeuw populair en daar wordt het nog steeds gegeten. In ons land
werd de haverwortel langzaamaan verdrongen door de schorseneren.

Groente met de smaak van Oesters
Voor het bereiden moeten eerst de wortels worden geschild. Het liefst onder water, want de plant scheidt een wit, plakkerig melksap af dat anders sterk aan de handen blijft plakken. Haverwortel kreeg de bijnaam keukenmeidenverdriet omdat de dames na het schillen zulke vieze, plakkerige handen kregen, dat ze daarmee ’s avonds moeilijk hun vrijer onder ogen konden komen. Wie zin heeft in deze groente met de smaak van oesters, zal die toch echt zelf moeten gaan verbouwen, in de zon op goed bemeste grond. Het zaaien gebeurt van maart tot mei.

De wortels zijn oogstbaar van oktober tot februari. De zaden zijn na de bloei heel eenvoudig zelf te winnen. Doe dat wel op tijd, want zodra de wind vat krijgt op de kleine pluizenbollen, staat er het jaar daarop echt wekenlang haverwortel op het menu.