Martin Luther King

Op 15 januari 1929 werd Michael King jr. geboren. Zijn vader, een baptistendominee, veranderde Michaels naam in 1934 echter in Martin Luther King jr., naar de Duitse kerkhervormer Maarten Luther (1483-1546). Na zijn studie sociologie en theologie trouwde Martin met Coretta Scott, met wie hij vier kinderen kreeg. King verwierf in 1955 nationale bekendheid door zijn oproep om de stadsbussen te boycotten uit protest tegen de toen heersende rassenscheiding in het openbaar vervoer. Deze ruim een jaar durende actie zorgde ervoor dat
de discriminerende wet in 1956 werd ingetrokken.

Geweldloos
In 1957 richtte King de Amerikaanse burgerrechtenorganisatie Southern Christian Leaderschip Conference (SCLC) op. Onder zijn leiding organiseerde de SCLC talloze geweldloze protesten tegen rassendiscriminatie. Het leverde hem maar liefst dertig arrestaties op wegens ‘burgerlijke ongehoorzaamheid’. Op 28 augustus 1963 sprak hij in Washington zijn wereldberoemde ‘I have a dream’-toespraak uit, waarin hij de hoop uitsprak dat mensen in de toekomst niet meer op grond van hun huidskleur beoordeeld zouden worden. Dit resulteerde mede in de Nobelprijs voor de Vrede en tot de aanname van de Voting Rights Act in 1965, waardoor Afro-Amerikanen eindelijk kiesrecht kregen.

Vermoord
King overleefde in 1958 een moordaanslag. Een tweede aanslag, op 4 april 1968, werd hem fataal. Crimineel James Earl Ray bekende de moord en werd veroordeeld, maar trok later zijn bekentenis weer in. Toch sleet hij de rest van zijn leven in de gevangenis. Kings dood leidde tot rellen, plunderingen en branden in heel het land. Jaren later ondertekende president Ronald Reagan, na grote campagnes van diverse activisten en de hit ‘Happy birthday’ (1980) van de blinde musicus Stevie Wonder, in 1983 een wetsvoorstel waarin de derde maandag in januari werd aangewezen als Martin Luther King Jr. Day. Op deze officiële feestdag zijn er in Amerika demonstraties voor vrede, sociale recht-vaardigheid en rassen- en klassengelijkheid.

Foto: © ANP