TrosKompas

Freek Vonk

Potvis

Ik ben op de Azoren, een eilandengroep in de Atlantische Oceaan. Ik vaar met mijn boot op zee  en zie in de verte iets opduiken uit het water. Een potvis!

Alles aan een potvis is reuze: zijn lengte van achttien meter, zijn gewicht van 50.000 kilo, zijn hersenen en zijn eetlust, om maar een paar dingen te noemen. Boven water zul je niet veel van hem zien, behalve een vluchtige spuitwolk wanneer hij even boven komt om adem te halen. Die vettige ademwolk wijkt schuin naar links – typerend voor een potvis, omdat zijn spuitgat een beetje links van het midden op z’n kop zit.

Duizend kilo vis
Potvissen komen in alle oceanen voor; mannetjes veelal in koudere gebieden dan vrouwtjes. Als grote onderzeeërs duiken ze tot op grote diepte naar hun favoriete prooi: de reuzeninktvis! Potvissen moeten duizend kilo vis en inktvis per dag eten. Gelukkig kunnen deze walvissen dan ook héél lang hun adem inhouden tijdens de jacht. Een potvis die twee uur onderblijft is geen uitzondering. Daarbij duiken ze soms kilometers diep de oceaan in. Maar potvissen weten: alles wat je van ver haalt, is lekker.

Keihard geluid
Op grote diepte is het natuurlijk pikdonker, potvissen hebben hier niets aan hun ogen. Daarom gebruiken ze echolocatie, net zoals vleermuizen en dolfijnen. Potvissen zenden waanzinnig luide kliks uit. Dit zijn, naast de geluiden die blauwe vinvissen maken, de luidste geluiden op aarde. De uitgezonden geluidsgolven komen in het water allerlei obstakels tegen. Daar botsen ze tegenaan en dan worden ze teruggekaatst. Direct tegen de enorme kop van de potvis aan, met een schat aan informatie: de locatie, grootte en vorm van het obstakel. Zo ‘ziet’ deze walvis zijn omgeving en de potentiele prooien. Wow, wat een gave dieren!

Beeld: © Gabriel Barathieu CC BY-SA 2.0