TrosKompas

Freek Vonk

Bladhagedis

Het is ochtend, en ik wandel dwars door het nu al dampend hete Amazonegebied in Zuid-Amerika. Dan zie ik iets merkwaardigs op het bospad voor me. Het lijkt een dor blad, maar ik weet wel beter. Het is een bladhagedis.

Het is niet moeilijk te raden waar deze kleine hagedis zijn naam aan te danken heeft. Hij lijkt sprekend op een dor blad. Ongelooflijk genoeg heeft deze hagedis niet alleen precies dezelfde kleuren en afmetingen als de gevallen boombladeren om hem heen, maar er zijn zelfs een hoofdnerf en enkele schuine zijnerven op zijn lichtbruine rug en staart getekend. De rug steekt sterk af tegen de donkerbruine poten. De gelijkenis is verbluffend. Het diertje is net geen tien centimeter groot, maar het heeft mij bijna gefopt. En met mij vele andere dieren. Als je niet giftig bent en geen grote klauwen of tanden hebt om jezelf te verdedigen, is camouflage je beste redmiddel.

Bevriezen
Deze kleine leguanen leven op de bosgrond en als ze gevaar bespeuren – zoals mijn voetstappen, die in hun beleving door de bodem dreunen – is hun eerste reactie niet om te vluchten en, gezien hun afmetingen, ook niet om te vechten. Ze maken gebruik van de derde algemene stressreactie: bevriezen.
Ze blijven doodstil zitten waar ze zitten. Dat houden ze een tijdje vol, totdat het gevaar geweken lijkt. Camouflage is dus hun overlevingsstrategie, en waarom niet: een roofdier dat je niet ziet, kan je ook niet pakken. Sommige vogels bijvoorbeeld, of slangen die overdag jagen. Ook grote kikkers lusten wel een klein hagedisje.
Er zijn genoeg gevaren in het regenwoud voor deze snack-size reptielen. Wat ben ik blij dat ik deze jongen eruit heb kunnen pikken! Voorzichtig zet ik ’m weer terug, naast het pad. En na vijf seconden turen naar de plek waar ik hem had achtergelaten, ben ik ’m alweer kwijt. Laterrr!