TrosKompas

Freek Vonk

Tjiftjaf

Ik denk dat de lente mijn favoriete seizoen is. Tjiftjaffen zijn weer in het land en dat laten ze horen ook! Hét lentegeluid bij uitstek.

Tjiftjaffen zijn drukke zangvogeltjes die hun eigen naam roepen. Een tweetonig liedje, met een hoge ‘tjif’ en een lage ‘tjaf. Je hoort deze schattige vogeltjes meestal eerder dan dat je ze ziet. Eind maart komen tjiftjaffen als een van de eerste Nederlandse zangvogels terug uit hun overwinteringsgebieden rond de Middellandse Zee. Het is hier dan weer aangenaam genoeg en het broed­seizoen staat voor de deur. De mannetjes arriveren vaak iets eerder dan de vrouwtjes. Veel tijd om bij te komen hebben de mannen niet; ze moeten territoria veroveren en vrouwtjes lokken. Door te roepen vanuit boom en struikgewas zingen ze eigenlijk: ‘Kijk mij eens even tof zijn, mij moet je hebben’.

Doorzetters
Hoe hard de mannetjes ook roepen, lang niet allemaal weten ze een vrouwtje te winnen. Toch zingen ze door, de hele zomer lang. Je weet ten slotte maar nooit. Wat dat betreft zijn het doorzetters! Aan het eind van de zomer wordt het weer stiller. De kinderen zijn uitgevlogen. De tjiftjaffen ruilen hun oude verenpak, vies geworden door het nestelen, in voor een nieuw exemplaar. Het is een kwetsbare tijd waarin ze moeten oppassen voor roofdieren en zich stilletjes in de struiken verbergen. In het najaar is het gloednieuwe verenpak klaar voor gebruik en begint de trek naar het zuiden. De tjiftjaffen vertrekken echter niet voordat ze hun buikjes volgegeten hebben. Behalve insecten eten ze bessen, die veel suikers bevatten en genoeg brandstof bieden voor de overtocht. Gelukkig is het nog lang niet zover. De lente is pas net begonnen, dus voorlopig kunnen we van hun zang genieten.

 

1599px-Common_Chiffchaff_Phylloscopus_collybita_Tha

© Bernard DUPONT / CC BY-SA 2.0