TrosKompas

Freek Vonk

Slanke otter

Ik ben in Nepal, op zoek naar tijgers. Ik sta bij de rivier, als ik ineens een hoop lawaai hoor. Een tijger?

Even verderop zie ik een hoop beweging aan de oever. Ik loop erheen en zie meteen dat dit iets bijzonders is. Geen tijger, maar slanke otters! En niet zomaar een paar, maar een hele familie – een volwassen paartje met hun kinderen. Wat een geluk! Normaal gesproken zijn otters vrij schuwe, vooral nachtactieve dieren. Ze zijn verwant aan wezels en stinkdieren, en behoren tot de familie van de marterachtigen (Mustelidae). Het zijn mooie en razendsnelle roofdiertjes met een gestroomlijnd lichaam en een bijna fluwelen donkerbruine vacht. Ik kan duidelijk zien welke het mannetje is, deze heeft een zwaardere kop en een dikkere nek dan de vrouwtjes. Hij is ook een stuk zwaarder.

Acrobaatjes
Otters zijn volledig aangepast aan het leven in de rivier. De dekharen van de bovenvacht zijn bijvoorbeeld lang; deze laag zorgt dat de dichte ondervacht een laag lucht vasthoudt die de huid isoleert. Zo komt water er ook niet tussen, waardoor otters duiken zonder dat hun huid nat wordt. Hun vacht houdt ze dus droog en warm. Verder hebben ze zwemvliezen tussen de tenen, korte poten en een iets afgeplatte, heel gespierde staart; ze gebruiken die als propeller in het water. Otters klieven als kleine acrobaten door rivieren en plassen. De neusgaten, ogen en oren van een otter liggen boven op de platte kop op één lijn – net als bij een krokodil. Zo kunnen ze bijna geheel onder water blijven, maar nog wel alles zien, horen en ruiken. In het water zijn otters dus heer en meester, desondanks rusten ze nu uit op het land. Dat doen ze alleen als ze hun omgeving vertrouwen, want op het land zijn ze kwetsbaar. Dit geeft mij een unieke mogelijkheid om ze goed te bestuderen. Wat een ervaring!