TrosKompas

Freek Vonk

Surinaamse pipa

Als ik in het regenwoud van Suriname langs een ondiep slootje loop, zie ik iets in het water liggen. Het lijkt een dor blad, maar het is een van de gekste kikkers van de wereld: de Surinaamse pipa.

Het is voor mij de eerste keer dat ik deze kikker in levenden lijve zie, zo gaaf! Hij is onwijs goed gecamoufleerd en blijft ook doodstil liggen, zelfs als ik ernaast ga zitten en hem aanwijs voor cameraman Ivo. Hij vertrouwt volledig op zijn camouflage. Een andere naam voor deze kikker is Surinaamse pad, maar hij had beter Surinaamse plat kunnen heten. Hij is zo dun, hij lijkt wel platgewalst. Ook opvallend zijn de gekke voorpootjes. Die lopen uit in vier tentakelachtige vingertjes. Het lijkt wel een alien! De achterpoten zijn groot en gespierd en er zitten zwemvliezen tussen de tenen – een soort flippers waarmee hij zich onder water voortbeweegt. Je vindt deze kikker dan ook bijna nooit op het land.
Hij leeft alleen in vochtige regenwouden en moerassen in Zuid-Amerika.

Doodstil
Pipa’s hebben heel kleine ogen, het zijn net twee speldenknopjes. Vermoedelijk zijn hun ogen steeds kleiner geworden als gevolg van het feit dat ze vooral in troebel en stilstaand water leven, waarin ze toch bijna niks zien en alles op de tast moet. Het grootste deel van de tijd liggen pipa’s doodstil op de bodem, dan zijn ze bijna niet te spotten. Daar wachten ze op wormen, insecten, garnaaltjes of visjes. Kleine prooien zuigen ze als een soort stofzuigertje naar binnen, grotere prooien worden eerst met hun voorpootjes vastgepakt en vervolgens rustig naar binnen gewerkt. Wat een gave kikkers!