TrosKompas

Freek Vonk

Grote renkoekoek

Als je geluk hebt, kun je in de hete en droge Sonora-woestijn van Arizona een snelle vogel tegenkomen: de grote renkoekoek.

Hoewel renkoekoeken, net als de meeste andere vogels, kunnen vliegen, doen zij dit echt niet graag. Bovendien kunnen ze maar eventjes in de lucht blijven. Hollen gaat hen beter af. Hun lange, gespierde poten zijn daarbij hun geheime wapen, samen met hun lange staart. Die staart fungeert als rem, balans en roer. Zo kunnen ze tijdens het rennen snelle bochten maken. En doordat ze hun gestroomlijnde lichaam tijdens het hollen parallel aan de grond houden, ondervinden ze minder luchtweerstand. Het ziet er fantastisch uit! Grote renkoekoeken kunnen heel hard sprinten en dat is noodzakelijk. Zo blijven ze uit de kaken van coyotes.

Camouflage
Renkoekoeken gaan op topsnelheid wel 30 km/u. Vlug, maar coyotes halen zeker tweemaal die snelheid en houden het langer vol. Daarom hebben de vogels veel schuilmogelijkheden nodig op de uitgestrekte vlakten. Zodra ze moe worden en de kans krijgen, duiken ze onder planten en prikkelbosjes. Hun gevlekte bruin-witte uiterlijk doet ze wegvallen tegen de stoffige planten als ze stilzitten.

Alleseters
De renkoekoeken rennen trouwens niet alleen om op de vlucht te slaan, maar ook om hun eten te zoeken. Omdat ze in ruig gebied leven, hebben ze niet de luxe om kieskeurig te zijn. Als ze maar genoeg vocht uit hun eten kunnen halen, zodat ze niet dagelijks water hoeven te zoeken. Ze eten dan ook van alles wat ze op de grond vinden: insecten, schorpioenen, hagedissen, (rustende) vogels, muizen, op de grond gevallen vruchtjes. Met een paar welgemikte tikken van de lange puntsnavel, of een aantal slagen tegen een steen, zijn de meeste prooien snel uitgespeeld. Wat een vogel!

Roadrunneraz
© Publiek domein

BANNER_FREEK