TrosKompas

Freek Vonk

Ocelot

De zon gaat onder in het regenwoud van Suriname. Op dit moment nemen de nachtdieren het over van de dagdieren. Een daarvan is het kleine neefje van de jaguar: de ocelot.

Het is praktisch onmogelijk om een ocelot in het wild te zien. Ze zijn ontzettend schuw en horen je al van verre aankomen. Maar ik heb het geluk dat de ocelots in dit gebied worden bestudeerd en dus gewend zijn geraakt aan mensen. Na vijf minuten wachten hoor ik al wat geritsel in de bomen. Als ik met mijn hoofdlamp in die richting schijn, zie ik de reflectie van twee ogen, een ocelot! Deze jongen is ongeveer net zo groot als een volwassen huiskat, maar kan nog wel wat groeien. Ocelots kunnen een meter groot worden en meer dan vijftien kilo zwaar. Ze hebben echt een prachtige gevlekte vacht. Die is kort, heel dik en zo zacht als fluweel; de beste camouflage voor een roofdier dat volledig moet kunnen vertrouwen op zijn onzichtbaarheid. Met deze vacht valt hij namelijk weg tegen het licht- en schaduwdecor van de jungle.

Zelfs miereneters
Ocelots zijn soms net geesten. Je hoort ze niet en je ziet ze niet. Ze bewegen zich zo stil mogelijk door
de jungle. Daar maken ze handig gebruik van tijdens het jagen, want ook voor hun prooien zijn ocelots nagenoeg onzichtbaar. Als deze katten hun prooi hebben gespot, kruipen ze langzaam dichterbij en dan springen ze er bovenop. Dat kan bijvoorbeeld ook vanuit de takken! Vervolgens bijten ze het dier dood met hun grote scherpe hoektanden. Ocelots zijn niet kieskeurig. Ze vangen knaagdieren, hagedissen, vogels en vleermuizen, maar ook grotere dieren, zoals apen, jonge herten, gordeldieren en zelfs miereneters. Ze zien er wel schattig uit, maar dit zijn echte jagers!

Beeld: © Getty Images

BANNER_FREEK