TrosKompas

De dierenarts

Een kastje voor een koolmees

De koolmees, met zijn zwarte kop en gele borst, is de meest voorkomende mezensoort in Nederland. Het is een beschermd dier.

Een volwassen koolmees weegt 15-20 gram en heeft een spanwijdte van wel 25 cm. De koolmees komt voor in bosgebieden, maar ook in parken en tuinen met struikgewas, waarin een paartje een nest kan maken. Jaarlijks worden meer dan 500.000 broedparen geteld.

Rupsen en insecten
Koolmezen maken graag gebruik van nestkastjes die worden opgehangen in tuinen. Het vrouwtje legt acht tot vijftien eitjes. Na het uitkomen worden de jongen twee à drie weken gevoerd met voornamelijk rupsen en insecten. In de periode waarin koolmezen hun jongen grootbrengen zijn er altijd veel rupsen, dus dat komt mooi uit. In de laatste twintig jaar begint het rupsenseizoen wat later, maar de mezen hebben zich daar grotendeels aan aangepast.

Geweldig spektakel
Op een geschikte, liefst droge en zonnige dag, vliegen alle groot geworden koolmeesjes uit, meestal vroeg in de ochtend. Dat is een geweldig spektakel, waarbij de ouders met luid getsjilp proberen de jongen bij elkaar te houden en hen te leren hoe ze zichzelf moeten voeden met de rupsjes op bladeren en takken. Natuurlijk wordt
er ook veel aandacht besteed aan vliegles. Prachtig om te zien.

 

Maak uw eigen nestkast:

  • Materiaal: Hout
  • Maten: ± 12 x 12 x 25 cm (hoog)
  • Vlieggatgrootte: 2 euro muntstuk


Hang het nestkastje met de opening op het noord-oosten. In het voorjaar wordt het gebruikt voor het grootbrengen van de jongen, in de winter dient het vooral ’s nachts als schuilplaats. Leeg het nestkastje altijd in het najaar en maak het schoon met lauw water. Daarmee verdwijnen parasieten en dan hebben de jongen in het voorjaar meer kans op overleven. Vergeet niet om hierbij handschoenen aan te doen.

TK1822_20_01

Beeld: © Getty Images