Sproeien

Het sproeien van katers, maar ook poezen, in huis is een vervelend probleem. Het stinkt vreselijk.

Katers sproeien vooral om hun territorium af te bakenen en te verdedigen tegen indringers. Sommige poezen sproeien ook, om een partner te vinden. Ze spuiten kleine beetjes urine tegen bomen, struiken en obstakels, daarom noemen we dit sproeien. In deze urine zitten geurstoffen die door hun soortgenoten op grote afstand worden geroken. Voor de meeste van hen is dit het signaal dat ze andermans territorium betreden en de boodschap: wegwezen.

Onze huiskater voelt zich, net als zijn natuurlijke soortgenoten, ook geroepen om zijn terrein af te bakenen, bijvoorbeeld in de tuin. Erger wordt het als hij dit gedrag ook in huis vertoont. Zeker als er enkele katers in huis zijn of als er wilde katers rond uw huis struinen, wordt sproeigedrag gestimuleerd. Ze doen dit tegen verticale objecten, een tafelpoot, een deur. Plassen doen katten hurkend, maar bij sproeien gaat de staart steil omhoog, trappelen ze met hun poten en spuiten ze de geurstoffen recht naar achteren.

Castreren
Eigenlijk is er maar één mogelijkheid om dit ongewenste gedrag tegen te gaan: ‘helpen’ ofwel castreren. Tegenwoordig wordt er ook wel geëxperimenteerd met chemische en homeopathische middelen, met sterk wisselend succes. Sproeien kan ook voortkomen vanuit stress. De kat wil zich graag veilig voelen in de eigen omgeving. Tegen de struinende katers buiten helpt een hoog hek of een schutting rond uw tuin. U vangt dan twee vliegen in één klap, uw eigen kat kan niet weglopen en uw buurkatten kunnen uw tuin niet bevuilen.

Tip: Maak de sproeiplekken niet schoon met azijn of bleek, maar gebruik een middel dat minder sterk ruikt: soda of Biotex. Hoe sterker de geur van het schoonmaakmiddel, hoe eerder de kat er weer tegenaan sproeit: de kat wil zich tenslotte veilig voelen.