TrosKompas

gf.jpg

Grosse Freiheit (2022)

Het eind van de Tweede Wereldoorlog bracht ook in Duitsland de vrijheid terug. Behalve voor homoseksuelen. Dit warmmenselijke gevangenisdrama toont de naoorlogse gevolgen van een foute wet.

Het is nu bijna niet meer voor te stellen hoe voorgaande generaties homoseksuelen zich alleen in het diepste geheim aan de liefde konden overgeven. In Nederland zaten homo’s lange tijd ‘in de kast’, maar in Duitsland zaten ze in het cachot, op grond van een oude wet uit 1871 die homoseksuele handelingen verbood. De nazi’s scherpten deze ‘paragraaf 175’ verder aan en deporteerden homo’s naar concentratiekampen. ‘Grosse Freiheit’ speelt tussen 1946 en 1969, met als hoofdpersoon Hans (Franz Rogowski), die als ‘175’er’ in de gevangenis belandt. Sterker nog: na zijn bevrijding uit het concentratiekamp in 1945 werd hij rechtstreeks overgebracht naar de gevangenis om zijn straf verder uit te zitten. De wet bleef na de oorlog bestaan en werd pas in 1994 geheel afgeschaft.

Terughoudend
Hans komt in de cel bij de terughoudende Viktor (Georg Friedrich), die niets van homo’s moet hebben, een scenario dat doet denken aan ‘Kiss of the spider woman’ uit 1985. Viktor ontdooit langzaam en helpt Hans door een nieuwe tatoeage te zetten over de KZ-nummers op zijn onderarm. In de film zijn de tijdvakken 1946, 1957 en 1968 door elkaar heen gesneden, subtiel herkenbaar aan ouder wordende personages en een snor bij Hans. Telkens treft hij Viktor in de gevangenis, maar ook ontmoet hij zijn liefde Leo (Anton von Lucke), die de schaarse scènes buiten de gevangenis met hem deelt. Voor regisseur Meise is zijn tweede speelfilm met o.a. de juryprijs in Cannes een groot succes. Voor hoofdrolspeler Franz Rogowski (‘Undine’, ‘Freaks out’) is dit een nieuwe bevestiging van zijn enorme talent.