TrosKompas

Poster_Fatman.jpeg

Fatman (2020)

In 2010 kwam ‘Sint’ uit, waarin Sinterklaas allesbehalve een vriendelijke goedheiligman bleek. Nu, tien jaar later, wordt het zoete imago van de kerstman aan stukken geslagen in ‘Fatman’.

‘Fatman’ is echter niet zo’n over de top horrorkomedie als de film van Dick Maas. Naast actie en zwarte humor is drama het belangrijkste element. Het blijkt namelijk dat de kerstman, die in het dagelijks leven Chris Gringle (Mel Gibson, r.) heet, behoorlijk gedesillusioneerd is geworden over de jeugd van tegenwoordig. De dankbaarheid voor zijn cadeaus is ver te zoeken, dus Chris denkt er serieus over om zijn rode mantel aan de wilgen te hangen. Dit zou weleens een zeer definitief pensioen kunnen worden, want een verwend jochie is zo teleurgesteld in zijn cadeau dit jaar, dat hij de huurmoordenaar Skinny Man (Walton Goggins, l.) op de kerstman afstuurt.

Iets magisch
Het verfrissende van ‘Fatman’ is dat de film het ‘vak’ van kerstman als een gewone baan afschildert. Chris is een man die bezorgd is of hij zijn werknemers nog wel kan betalen in deze tijden van crisis, en of hijzelf nog wel lol heeft in zijn beroep. Het had net zo goed over een groenteboer of café-eigenaar kunnen gaan, en dan was ‘Fatman’ een sociaal drama geworden. Maar het gaat over de kerstman, dus heeft ‘Fatman’ sowieso iets magisch. Zijn werknemers zijn elven, en Chris zelf is al heel oud en beschikt over een enorme kracht.

Met zijn staalblauwe ogen, doorgroefde gelaat en autoritaire uitstraling blijkt Mel Gibson geknipt voor de rol van menselijke kerstman. En Walton Goggins zet met zichtbaar plezier de verknipte huurmoordenaar neer. ‘Fatman’ switcht tussen actie, drama en komedie, en alleen al daarom is het een welkome aanvulling op de zoetsappige, romantische kerstfilms die we normaliter rond deze tijd kijken.